6

Hoofdstuk 1. Het Boertje Ik raakte verstrikt in de woeste doornstruiken die haar paleistuinen omgaven, als een prooi die in een net verstrikt raakte. Ze sprak dat het de poorten van de hel waren, en ik was diep afgedaald. Ik had hier niet moeten komen, maar er was geen weg meer terug. Haar boeken waren de koninginnen van de hel die mij kwelden. Ik verdiende straf in haar ogen, maar ik wist niet waarom. "Was ik maar bij moeder thuisgebleven," sprak ik. Toen was het toneelstuk afgelopen. We gingen allemaal naar huis na nog wat gedronken te hebben in het café. Ik stortte op mijn bed. Waar was ik toch in terecht gekomen ? Maar ja, in de fabriek wilde ik niet werken. Ik probeerde mezelf hogerop te werken als toneelspeler. Ik wilde van dit soort komedies weg, maar dat ging niet makkelijk. Er was een te hoge vraag naar dit soort komedies. Ik wilde andere soorten toneelstukken spelen, maar daar was niet echt vraag naar. 6

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication