71

"Welkom tot de laagste klas, die van de verloren dichter," sprak ze. "Ben ik nu echt in de laagste klas terecht gekomen ?" vroeg ik wantrouwend, "want de vorige keer zei u iets soortgelijks, en toen zei Helga dat ik het nog maar voor de helft was." "Maar nu is het echt," sprak zij die verdronken was met een glimlach. "Ik weet het niet," sprak ik. "Straks als ik Helga weer spreek dan maakt ze er misschien weer iets anders van." "Wie is nu de koningin ?" vroeg zij die verdronken was. "U, dacht ik," sprak ik aarzelend, "maar ik dacht dat alle meestergrappen koninginnen waren, tenminste dat zei de nar in het paleis." "De tien boeken van zij wiens deuren de poorten van de hel zijn ?" sprak zij die verdronken was. "Ja, natuurlijk, de grappen komen in allerlei vormen, als mijn lijfwachten, mijn maskers, mijn koningen en koninginnen, maar ik ben de opperkoningin." "En wie was het beest dan die u in de diepte trok ?" vroeg ik. 71

72 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication