79

Paarskapje stapte van de leeuw af. "Nu moet het afgelopen zijn. Het bos is van niemand en van iedereen. Misschien dat hierom mijn moeder mij voor jou heeft gewaarschuwd, want je bent een echte zeurkous." "Heus," sprak de leeuw, "het is voor je eigen bestwil." Maar Paarskapje begon al het bos in te rennen. De leeuw kwam niet achter haar aan. Hij schudde alleen zijn hoofd. Diep in het bos bij een riviertje kwam Paarskapje de wolf tegen. De wolf stond daar stokstijf. "Hoe maakt u het ?" vroeg Paarskapje, maar de wolf sprak niet. Verderop was een huisje. Paarskapje klopte even aan. Er werd al snel geopend en een grote vrouw met een doek om haar hoofd deed open. "Kom maar binnen," sprak ze. "Wie bent u ?" sprak Paarskapje. "Een doodgewone heks," sprak de vrouw. "In de stad moeten ze me niet, dus ik ben maar hier gaan wonen." Paarskapje keek om haar heen. "Zijn die leeuw en die wolf toevallig ook van u ? Ze schijnen ruzie te hebben." 79

80 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication