opgetild. 'En nu ?' zei de zombie met een lage stem. Het was de laagste stem die hij ooit had gehoord. 'Dromen kan een ziel niet meer die ééngeworden is met de koning. Al zijn dromen zijn kapot, en de koning is nu zijn woning. Zeg het,' sprak de zombie. Toen sprak Evert de woorden uit. Daarna moest hij het voor de tweede keer zeggen. Evert voelde zich duizelig. Hij moest toen vele andere verzen opzeggen. Evert werd naar een gevangeniscomplex geleid, en kreeg een hok naast een donkergekleurd meisje. Vanuit het hok kon hij haar niet meer zien, maar wel met haar praten. 'Wie ben je ?' vroeg Evert. Het meisje wilde haar naam niet zeggen. 'Waar kom je vandaan ?' vroeg Evert. Weer sprak het meisje niet. Haar moeder kwam haar soms bezoeken. Evert zag haar soms langskomen terwijl de dagen verstreken. Hij kon de gesprekken horen, maar het meisje zei 18
19 Online Touch Home