37

zou me begrijpen.' 'Oh, je niet-sprekende maagd van de planeet Drenthe ?' zei Loes, 'En wanneer ben je op die planeet geweest ? Je zwetst.' 'Ik ben toch ziek ?' zei Evert. 'Waarom praat je dan nog met me als mijn woorden toch geen waarde voor je hebben.' 'Omdat ik er op wacht totdat je beter wordt,' zei Loes. 'Het boek zei ook nog wat anders,' zei Evert : 'De maagd is het licht van de stad. Haar ogen zijn de vrucht van de wilg, treurende op haar vlucht. Zij schiep de wildernis, met de stad als haar schaduw. Haar kleed zal zij weldra afdoen om af te dalen in het zoete van de bosrivier. De stad is haar kleed, en wat is de mens ?' 'Waar heb je dat gelezen ?' vroeg Loes. 'In het boek van de planeet Drenthe,' sprak Evert. 37

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication