Hoofdstuk 8. Zombies waren om Evert heen, en ze trokken hem naar een hoge doorzichtige lichtgevende troon waarop een skelet zat. Evert kon nog steeds niet goed ademhalen. 'Waar ben ik ?' hijgde hij. 'Er is geen ontsnapping uit Tsjernobyl,' sprak het skelet. 'Waar is de vrouw op het witte paard ?' hijgde hij. 'Eva doet goed werk, Adam,' sprak het skelet. 'Ik ben Adam niet !' riep Evert met zijn laatste krachten. 'Adam wordt altijd weer omgekocht met snoepgoed,' krijste de skelet. 'Denkt altijd weer te ontsnappen. Baadt het niet, dan schaadt het niet. Er is geen ontsnapping uit Tsjernobyl.' 'Wie bent u ?' vroeg Evert. 'Ik ben Tsjernobyl, halve zool !' krijste het skelet. Het gekrijs galmde door de 96
97 Online Touch Home