5

ouders ergens hoog in een rode flat boven de winkels. Hij kon zo het hele winkelcentrum zien. Hij hing uit het raam boven het balkon en keek, en keek. Zijn ouders waren niet kerkelijk, maar hij droomde vaak over de vliegende olifant, en over San Pedro die op de olifant reed. Soms wilde hij ook wel dat hij San Pedro was. Zijn vriendjes waren wel kerkelijk en op een dag namen ze hem mee naar de kerk. Tereder keek zijn ogen uit. Er hingen prachtige schilderijen in de rode kerk, van San Pedro op de olifant en de heilige rode veer. De dominee kon ook prachtig vertellen. Ze zongen ook liedjes, maar Tereder kon het niet verstaan, want het was in een andere taal. Aan het einde van de dienst kwamen de diakenen die zwart geld aan de mensen begonnen uit te delen, als een bedankje dat ze waren gekomen. Tereder kreeg ook een schilderij mee waarop een zwarte vrouw stond. Hij vroeg aan zijn vriendje wie ze was. Ze was gekleed in wit en zacht roze. "San Pedro's vrouw," zei het vriendje. "Hoort die ook bij de vliegende olifant ?" vroeg Tereder. "Ja, natuurlijk," zei het vriendje verbaasd vanwege de vraag. "Iedereen weet dat toch ? Zij is het zwarte geld." "Wat houdt dat eigenlijk in ?" vroeg Tereder, die zelf ook een hoop zwart geld in de kerk had gekregen. Het vriendje zuchtte. "Zeg, serieus, ik weet het niet met jou. Iedereen weet deze dingen. Moet ik het je allemaal nog een keer uitleggen ?" "Ja, maar mijn ouders zijn niet kerkelijk, dat weet je," zei Tereder, "en ze hebben mij nooit de achtergronden van het zwarte geld uitgelegd. Ik ben blij als ik het heb. Dat is alles." Het vriendje begon te neuriën : "Zwart geld, blij dat ik het heb, blij dat ik heb," zong hij even later zachtjes. "Zwart geld, het vergeten geld." Het klonk als een reclame clipje. "Nou ja, dan ben ik het vergeten," zei Tereder. "Kun je het nog één keer uitleggen dan, voor mij, alsjeblieft ?" "Zwart geld, zwart geld," zong het vriendje, "tijdelijke aanbiedingen. Zwart geld, zwart geld, ren ernaar toe, want je bent zo geveld." "Huh wat ?" vroeg Tereder. "Wat bedoel je nu eigenlijk ? Ik begrijp er niets van." "Je bent nog niet tot bekering gekomen," zei het vriendje. "Je ouders aanbidden het zwarte geld, maar ze kennen haar niet. Jij houdt er ook van, maar jij kent haar ook niet." "Hoe kom ik dan tot bekering ?" vroeg Tereder. "Pffff," zuchtte het vriendje hard, "dat staat toch allemaal geschreven in het boek van de heilige rode veer. Kom nou, ik blijf niet aan de gang." "Ja, maar dat boek heb ik niet eens," zei Tereder, "mijn ouders zijn niet gelovig voor de zoveelste maal." "Goeie genade," zei het vriendje. "Waar kan ik het kopen ?" vroeg Tereder. "Het is heel duur," zei het vriendje, "voor de verkoper dan. Daarom verkopen ze het bijna niet." "Ook niet in de rode kerk ?" vroeg Tereder. "Nee," zei het vriendje. "Het wordt meestal gewoon van geslacht tot geslacht doorgegeven. Die boeken zijn te heilig om zomaar te verkopen, en dan is ook de verkoper direct blut." "Blut ?" vroeg Tereder. "Ja, failliet, niente," zei het vriendje. "Maar dan kunnen ze toch gewoon heel veel inkopen doen, en dan weer veel zwart geld van de verkopers krijgen ?" vroeg Tereder. "Zo werken die dingen niet," mopperde het vriendje. "Je begrijpt er niets van. Het boek kan maar één keer verkocht worden, en dan gaan ze failliet en sterven ze. Zo heilig is het." "Ik begrijp het," zei Tereder. "Dus ik kom nooit aan zo'n boek ?" "Je mag die van mij wel hebben," zei het vriendje. "Ik krijg wel weer een nieuwe van mijn ouders." Hij haalde een boek van een soort rood leer uit de kast en gaf het aan Tereder die hem direct om zijn nek vloog en hem kuste. "Hoe kan ik je bedanken," zei Tereder. "Nee, ik bedank jou," zei het vriendje, die hem ook een zak snoep gaf. "We geven het altijd weg met een zak snoep." Tereder ging helemaal blij naar huis, en sloot zich direct op zijn kamer op, en begon te lezen. De meest prachtige plaatjes stonden er in met de meest prachtige verhalen, ook over het zwarte geld. Dat was dus inderdaad een vrouw, maar het was ook een snoepsoort, als drop. Op de planeet van de vliegende olifant aten ze het zelfs. Ook de zwarte vrouw woonde met San Pedro op een hele hoge flat, en ze gingen vaak vliegen op de olifant, en maakten dan verre reizen in de natuur, waarin ze wonderbaarlijke avonturen beleefden. Op een dag kwamen ze bij een rots waaruit water vloeide. De rots sprak tot hen : "Bouw een stad van natuursteen voor mij." San Pedro vroeg toen hoe zij dat moesten doen. Het was volgens de rots heel eenvoudig. Hij moest met een stok op de rots slaan, en dan zou het

6 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication