8

maakte alleen kleren voor de rijkste keizers en koningen. Het moest daarom één van de rijkste paleizen van het oosten zijn. Klaas Vaak vroeg of Jonathan hem alsjeblieft wilde helpen, want alleen de rood gouden toverstaaf kon het spreken en samenwerken met de arenden weer op gang brengen. Klaas Vaak werkte sinds de diefstal met ganzen, maar dat ging niet altijd goed. Er was één arend die bij Klaas Vaak bleef, en de rest ging met de dief mee. Dat waren wel honderden arenden, die vanaf toen voor de nare dief moesten werken. Gelukkig had de dief alleen nog maar de rood gouden staaf, maar zo'n rijke prins zou de andere staven makkelijk kunnen namaken. De rood gouden toverstaaf was de allerbelangrijkste staf van Klaas Vaak, die hij nodig had om alle andere toverstaffen te laten werken. Er was één arend bij Klaas Vaak achtergebleven. Dit was een zeer wijze arend. Deze arend had geen toverstokken nodig. Deze arend kon alle talen spreken. Maar de arend was heel oud, en zou niet meer zo lang leven. Sinds zijn vrienden weg waren was hij heel erg ziek geworden. In de rood gouden toverstaf zat het arendsmedicijn wat hem zou kunnen helpen. Het was dus dubbel belangrijk dat Jonathan deze bijzondere staf zou vinden. De arend wilde Jonathan wel naar het oosten brengen met zijn laatste krachten. De gestolen rood gouden toverstaf kon het langste worden van allemaal. Klaas Vaak gebruikte hem vaak als ladder naar moeilijk te bereiken plaatsen. Als de rood gouden toverstaf terug zou zijn, zou Klaas Vaak graag willen verhuizen naar de maan. Van hieruit zou hij zijn werk nog beter kunnen doen. Maar de vraag was of Jonathan de toverstaf ooit zou vinden. Op de rug van de arend begon Jonathan de volgende dag zijn reis. Het was vroeg in de morgen, en de kok van Klaas Vaak had aardbeiencake voor Jonathan gebakken, om mee te nemen. Ook had Klaas Vaak allerlei dingetjes in zijn rugzakje gestopt die hij misschien nodig zou hebben. Na een hele lange tijd vliegen kwamen ze dan eindelijk in de buurt van het oosten. Maar er waren hier zulke zware woestijnstormen, dat de arend niet meer verder kon vliegen. Jonathan haalde een kleed uit zijn rugzak, wat Klaas Vaak hem had meegegeven, en legde het over de arend heen, om te schuilen tegen de zandstormen. Daarna kroop hij er zelf onder. ________________________________ SEASONS OF LOVE Happiness is only the happiness that you give, Happiness is never more than your own gratefulness, Happiness and joy always go hand in hand with insight, Although insight is also a hard path, As it opens the senses and then you see dangers others don't see, Then they blame you for warning them, and you lose friends, Only because you truly loved them, These are the seasons of love ________________________________ GROEIEN DOOR DE HEMELSE BLOEM Er zijn zes bloemen in het huis van Eli, de hogepriester van Israël, de uitverkorene. Hij was de verzachter aller verzachters, en nu nam God hem weg, want hij waarschuwde zijn kinderen niet. Samuel’s tranen zullen voor eeuwig op zijn graf vallen. Behemma 1:8-9 Nooit zou ik op de stoel van Eli willen zitten. De geest van Eli is tuchteloos. We zien generatie na generatie van kinderen door de geest van Eli opgroeien die de weg niet kennen. Het wordt ze niet geleerd. Geestelijke discipline wordt hen niet geleerd, wel wereldse discipline soms. Het is een geest van de dood. Die kinderen zijn nog nooit geboren, maar worden in het graf opgesloten gehouden. Ze moeten leven in hevig opgedoste mausoleums, in grafsteden. Leidt je kinderen naar de bibliotheken en de museums, opdat ze leren van de geschiedenis. Vader Eli, deze bloem bloeit vanuit mijn hart voor u. Ik, Samuel, uw uitverkoren zoon, ik kom naar u toe, want u hebt me vanuit Mercurius op doen komen en me naar het huis van Venus gebracht. U verzachtte mijn wonden, u verzachtte mijn ziel en gaf me gouden brood om te eten. In uw huis, o vader Eli, kon ik de stem van God horen die tot mij sprak. Mijn bloem van dankbaarheid zal voor altijd bloeien. U hebt mijn deur naar de hemel geopend. Behemma 1:10-12 Eli was niet door en door slecht. Samuel had veel aan hem gehad. Samuel kon ook het goede in hem zien. Eli was immers de hogepriester van Israel, dus zal Samuel veel geestelijke kennis hebben overgedragen, waardoor Samuel kon groeien. Het probleem was dat Eli te zacht was, te vriendelijk. Hij liet zijn zonen maar aanrotzooien. Het zal als een kerk geweest zijn van liefde, vergeving en genade. Op zich zijn dat goede kwaliteiten, maar als er geen heiligheid en tucht is, geen bewaarder en bewaker van de heiligheid dus, dan kan het al snel ontaarden. Dan gaat het namelijk bederven. Dan dien je in principe gewoon vergif op. Hoe dan ook heeft Samuel ervan geleerd, ook al werd hij erdoor vergiftigd. Hoe dan ook werkte God door dit alles heen. Hoe dan ook had Eli voor Samuel de deur naar de hemel geopend. Dat andere moest Samuel dan maar van iemand anders leren, of gewoon door zijn contact met God zelf. Elk mens om ons heen laat een bloemenblaadje zien, of meerdere bloemenblaadjes, maar voor de volle bloemen met de volle cirkels van

9 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication