5

tunnels heen. Heel veel mijnwerkers waren hier bezig. Hij herkende ze niet. Weer begon de mijnwerker allemaal gebaren te maken en wees op de andere mijnwerkers. Het was een steenkool mijn, maar het scheen geheim te zijn, en deze werkers waren niet van de stad. De mijnwerker scheen met gebaren te vragen of ze hier wilden werken. Hij en zijn maat zagen dat wel zitten, maar de vrouw wilde terug, en begon paniekerig te doen. Een andere mijnwerker die met hen mee was gelopen begreep de vrouw die telkens terugwees en duidelijk overstuur was, en nam haar weer mee terug. 'Komtaar,' zei de andere mijnwerker weer. Ze kregen werkkleding en een helm, en konden direct aan het werk. Alles was hen nog steeds een raadsel. Ze vroegen zich af wie het waren. Ze kregen ook een eigen kamer in het ondergrondse mijnenstelsel. Er werd hun duidelijk gemaakt dat ze konden werken wanneer ze wilden. Er lag geen druk op, en ze konden hier tot rust komen. Er werd hier ook gewerkt met ondergrondse voertuigen die op treinen leken, waarmee de steenkool vervoerd werd. Ze vroegen zich af waar het naartoe ging. Ze kwamen erachter door de gebaren van de mijnwerker dat de ondergrondse voertuigen dieper onder de grond gingen naar een dieper liggende steenkool fabriek. Dit volk was een ondergronds volk, dieper onder de aarde, waar de wereld boven de aarde geen weet van had. Op een dag werd hij geleid tot de leider van de mijnwerkers, en het was een klein jongetje. Toen hij dichter bij kwam zag hij dat het zijn buurjongetje van vroeger was die eens ging verhuizen. 'Je bent nog precies hetzelfde !' zei hij met grote verbazing. 'Je bent nooit verder gegroeid. Hoe kan dat ?' Het buurjongetje sprak in zijn eigen taal. 'We gingen verhuizen onder de grond,' zei het jongetje. 'Mijn vader ging daar werken. Niemand wordt hier ouder.' 'Wie zijn het ?' vroeg hij. worden en dat zijn hart veranderd zal zijn. Het boek eindigt met de afkapping van het geslachtsdeel van Goliath. 'Het zijn vluchtelingen die ontsnapt zijn uit het communistische regiem,' zei het buurjongetje. 'Ze zijn nu lid van het geheime leger, verzetsstrijders.' 'En hoe komt het dat niemand hier ouder wordt ?' vroeg hij. 'Dat heeft te maken met ondergrondse mineralen en voedselsoorten die ze boven niet kennen,' zei het buurjongetje. 'Nog dieper onder de grond is de woeste wildernis en de wilde oceaan, waar de indianen wonen.' Hij keek het buurjongetje met verbazing aan. 'En hoe komen we daar ?' vroeg hij. 'Door de fabriek,' zei het buurjongetje. Einde (Uit : De Onkrant – Verzamelingen, nr. 1) ________________________________ BLOEMEN : DE SLEUTEL TOT DE EEUWIGE JEUGD Zodra iemand zich ging bezig houden met het boek, dan kwam de nectar van de bloem in het hoofd van diegene, en dan werd diegene steeds jonger. Behemma 18:37 De nieuwe Genesis, het boek Behemma, beschrijft de geestelijke oorlogsvoering zo diep en uitvoerig dat er geen materiele oorlog meer nodig is. Het beschrijft de geestelijke jacht zo uitvoerig dat er geen materiele jacht meer nodig is. Het boek begint met een gebed van Samuel voor Eli, dat hij opgewekt zal Bloemen zijn poetische wezens. Ze tonen hele andere paden dan die van de mens. Ze hebben hele andere manieren en gewoonten. Ze leven langs alles heen wat de mens heeft gemaakt en de mens doet, en maken daar wat anders van. De mensheid zoals die nu is is ver van de bloemen afgedwaald, en van de taal van de bloemen. Poezie is ver te zoeken. Alles hebben ze verletterlijkt en overmatig gesexualiseerd en geobjectiveerd, en daar hebben ze dan een walgelijk en idioot romantisch sausje overheen gegooid waarvan je over je nek gaat, maar het schijnt goed te verkopen in zombie land. De zombie haalt zich er aan op. We moeten terug naar de bloemen, mensen, terug naar de taal van de bloemen, en dat is waar de nieuwe genesis dan ook overvloedig mee begint. Dat is ook de sleutel tot de eeuwige jeugd. Samuel betrok de bloemen in zijn gebed voor Eli. Bloemen hebben een voleindigende kracht, brengen de missing links terug, laten de grotere cirkels zien. Samuel deed een beroep op die hemelse krachten. De bloem vertegenwoordigt de volkomenheid van God, van de hemel, de zorgvuldigheid en tederheid, het escapisme ook, om teveel drama en stress te voorkomen. De bloem hangt tussen werelden in. De bloem laat altijd weer los, laat altijd weer vrij. Dat is ook wat de liefde doet : de liefde laat vrij, de liefde manipuleert niet overmatig, maar heeft ook respect voor de keuze van de ander. Liefde is nooit gedwongen. De bloemen weven een nieuwe wereld, zingen een heel ander lied dan de gevallen mensheid. De bloemen verheffen zich altijd weer boven het vleselijke uit. Ze hebben de tijd niet voor aardse dwalingen en drogbeelden. Ze blijven doorgroeien en blijven voortbloeien, zichzelf en anderen hierin herscheppende, ook hun zicht op de dingen. De mensheid is

6 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication