Haar naam ? S. Lager-Hoorn. Ze bleek de vrouw te zijn van de heer E.K. Hoorn. Ik vroeg haar waar haar man bleef. Die zou immers het snoep orakel uitleggen. Ze zei niks. Toen ik na vele jaren het hele snoep orakel bijna af had kwam de heer E.K. Hoorn eindelijk, maar begon ook het snoep orakel in stukken te slaan, en ging er toen met zijn vrouw vandoor. Waar doe ik het allemaal voor ? vroeg ik mezelf af. Ik keek naar de stukken van het snoep orakel. Ik was helemaal klaar met dit snoep orakel. Ik was helemaal alleen en weende mijzelf de nacht in. Ik was moe van alles en viel in slaap. Ik droomde over het snoep orakel. Ik keek ernaar en zag het bewegen, en draaien. Het waren wielen. En ze maakten hele mooie schakels en verbindingen. Wijs, zei ik, wijs. Ik wist dat ik niet voor niets had gewerkt. Toen ik wakker werd keek ik naar het gebroken en verwoeste snoep orakel, en ik wist nu wat het betekende. Het sprak tot mij. Het was een stem die op geen andere manier tot mij zou kunnen komen. Dit was de enige weg. Kijk naar het snoep orakel, alleen als het gebroken is, versta je de weg, Kijk naar je eigen leven, alleen als het gebroken is, begrijp je wat ik zeg Alle letters op een rij, Nu komt het door, nu keert het tij, Je moet er nog een keer naar kijken, als de traan doorbreekt, dan proef je pas echt, wat het daadwerkelijk heeft gezegd Geen machine werkt zonder olie, Geen snoep orakel zonder traan, Je moet het in je eentje klaren, Je kunt het best, deze dingen komen alleen, als de muren zijn doorbroken … Strijd tegen je vlees tot tranens toe, tot zwetens toe, tot bloedens toe, tot zadens toe, Muren doorbreken en zaaien, De bijen zullen de honing kweken, voor het snoep orakel ... Uit : De Kaars van de Gillende Jongens, uitgave : rgg ________________________________ DE MUURBIJ 3 – HONING UIT DE MUUR Waarom worden we soms, of misschien wel heel vaak, geblokkeerd in ons leven, en zit er voor ons niets anders op om als muurbijen te leven ? Misschien zijn die dikke muren er wel om ons ergens tegen te beschermen ? Er zijn ook andere realiteiten die soms voorrang krijgen. We hebben te maken met een interdimensionaal verkeerssysteem. Wij zijn niet de enige levensvormen. Er zijn zoveel andere levens-energieën, en ook horen die weer bij ons. Soms kan zich dat heel wrang vertalen en zijn tranen onze honing. Zo liep ik eens een bruggetje over het park in. Er stond daar een huilend meisje met haar pop. Ik nam het meisje in mijn armen en vroeg er wat er loos was. Ze kon niet praten. Ik heb haar toen naar huis genomen, en gaf haar wat te eten en te drinken. Ik vertelde haar toen over de bijtjes, en toen kon ze weer lachen. Ze zei toen dat ze haar vader en moeder kwijt was. Die waren dood. Ik zei dat ze wel bij mij mocht wonen, dan zou ik haar vader wel zijn. Ze gaf toen haar pop aan mij uit dankbaarheid, maar ik zei dat die pop voor haar was, en dat ze nog veel meer poppen van me zou krijgen, en bijen. Ik liet haar er een paar zien. Ik had nog wel een extra kamertje, dus dat kon haar slaapkamer worden. Er stonden nog wat poppen en ook bijtjes. Ze was daar heel blij mee, en wilde graag dat ik haar pop in mijn kamer zou houden. Dat beloofde ik haar, dat ik ook goed voor haar pop zou zorgen. 'Mijn pop heeft ook geen vader en moeder meer. En ik ben maar een kind. Kun je ook de vader van de pop zijn ?' had ze gevraagd. Blijkbaar was de last van de pop te groot voor haar, dus heb ik de pop naar mijn kamer genomen. Nu, na al die jaren, is het meisje groot. Ze is als een muurbij nu. Dat heb ik haar geleerd, om honing te onttrekken aan de muren in het leven. Op een dag zei ze tegen mij : 'Heb jij geen vader en moeder ?' Ik zei : 'Ik heb een muurbijenkoningin.' Ze wilde de muurbijenkoningin toen ook zien, maar ik zei tegen haar dat die achter duizend muren was. Ik kon haar alleen maar leren honing aan die muren te onttrekken. Echte muurhoning, als dromen tot haar komende. Op een dag vertelde ze me dat ze over de muurbijenkoningin had gedroomd. 'En ?' vroeg ik. 'Het was heel prachtig,' zei ze. 'Ze had een witte jurk aan, met een prachtige witte hoed met gaas, en op haar jurk waren ook wat bloemetjes.' 'Zeer poëtisch,' zei ik toen. 'Heeft ze ook nog wat tegen je gezegd ?' 'Nee,' zei ze. 'Ze gaf me een potje muurhoning, en toen vloog ze weg.' 'En toen ?' vroeg ik. 'Ik volgde haar,' zei ze. 'We kwamen in de muurbijenkorf. Toen keek ze me stralend aan, en gaf me een omhelzing, toen ze zag dat ik haar was gevolgd. Ze gaf me toen een boek, een dagboek. Ik begon het als een leesbij te lezen.' 'Wat stond erin ?' vroeg ik. 'Ik spreek niet, maar ik schrijf, Ik ga met niemand om, ik ben slechts in de boeken, Ik ben achter duizend muren, Alleen de echte muurhoningbij zal mij vinden, Veel liefs,
10 Online Touch Home