1

1e Jaargang, nummer 9, 19 juli 2023 WATERVAL Blad voor Rodenbergs-Nederlandse Letterkunde __________________________________________________________________________ VERBORGEN GEHEIMENISSEN IN DE BETHLEHEMSE WILDERNISSEN Toen de mens zich boog over het kindeke Jezus in een stal in Betlehem vergat men de worsteling die Adonai had met het zwijn van het oervlees dieper in de wildernissen van Betlehem. Velen zagen het kindeke Jezus als een buitenkans om aan de dienstoproep van Moeder God te ontkomen, om zo vervroegd met pensioen te gaan met de drugs van geloof en genade die het kindeke met zich meebracht, als je meedruipt met de westerlijke interpretatie van dit verhaal. Natuurlijk, ook het Adonai verhaal was ontspoord op vele manieren, die ook wel Tammuz en Adonis wordt genoemd. Het was een eerdere soort van Jezus Christus, of een eerdere Mohammed. Er was veel persoonsverheerlijking en objectificatie, zoals in het latere christendom, en veel betekenissen gingen verloren. Het zou eigenlijk om de principes moeten gaan. Mythes hebben dus altijd een groot gevaar dat het tot materialisme wordt. Daarom moet er onderwijs over deze dingen zijn. Maar we hebben het hier over een bron, een bloedader, of slagader, van Bethlehem, en die bron werd door het westerse christendom dichtgegooid. De ellende was niet meer te overzien want men streed niet meer met het zwijn van het oervlees. Tijd om in de diepte te gaan. In Sumerië was Adonai Dumuzi genoemd, en Damu, of Damuzi. Damu betekende de getrouwe zoon. Hij was de stervende zoon van de godin Inanna-Ishtar, wat elk jaar uitgebeeld werd door de natuur, waardoor Damu de onderwereld inging, en vervolgens gezocht werd door Inanna-Ishtar om tot leven gewekt te worden. Dat was waar deze religie om ging : Moeder God op zoek naar haar zoon. Inanna-Ishtar was de godin van de liefde en de oorlog, dus die riep ook haar volgelingen op tot de oorlog, tot de worsteling met het zwijn van het oervlees, in de wildernis, in de dieptes van Betlehem. Kun je het stalletje van Bethlehem wat in de stad wordt verkocht loslaten om in de dieptes van Bethlehem’s wildernissen te gaan om te worstelen met het zwijn van het oervlees ? Dat was het werk van Damu, wat later werd tot Adam. Damu werd doorboord door de slagtand van het zwijn, gespietst aan een boom, en werd daarom gezocht door Inanna-Ishtar. De slagtand was het besnijdenismes, en dat is ook wat de Egyptische Adam betekent, d’m, namelijk de besnijdenis van het hoofd, van het verstand, de besnijdenis van de top, van de vleselijke overheersing dus, als een beeld van de territoriale oorlogsvoering in de hemelse gewesten. Daarom is en blijft Adam een belangrijk archetype, en wordt het rijkelijker uitgelegd in het verhaal van Damu. Ook Adam viel in de onderwereld en werd gezocht door Moeder God. ‘Adam, waar zijt gij ?’ Ook Adam werd gespietst aan de boom door de leugen van de slang, of de leugen van het zwijn, doorboord door de zwijnenslagtand. Paradeisos is Grieks voor jachtvelden. Adam, Damu, was in een worsteling met het zwijn van de oerleugens, van de oerzonden, en werd hierin eerst doorboord, en daalde zo af in de onderwereld. In de Septuagint, het Griekse Oude Testament, ging het over de hof van Edom, Edem, niet Eden, dus het wees op Ezau. Als we het over Ezau hebben, over Edom, dan hebben we het over de wilde jacht die de mens moet voeren op het oervlees. Ezau, Edom, het wijsheidsvolk, was een beeld van het paradijs, de Paradeisos. Dit grijpt allemaal heel diep. Ezau kwam tot Jakob en moest alles afleggen, zijn status, zijn titel, zijn eerstgeboorterechten, om zo tot het rode te komen, als een beeld van de dood door de slagtand van het zwijn. Toen Damu tot de onderwereld ging in de Mesopotamische religie moest hij bij elke poort iets afleggen, totdat hij helemaal naakt was en in gevangenschap en slavernij tot de eeuwige duisternis, opdat hij nooit meer zou kunnen terugkeren tot slavernij aan het oervlees. Dit gebeurde door de zwijnenslagtand. Alleen zo kon het zwijn van het oervlees overwonnen worden. We zien dit ook nog terug in het verhaal van Jezus en de zwijnen, waarin hij de zwijnen in de zee liet storten om daar te verdrinken. Dat is een symbolisch beeld. Ishtar werd tot Easter, tot pasen, wat het hele proces laat zien van de schepping vanuit de afdaling in de onderwereld. We hebben het dan over de worsteling met het zwijn, als we het over het pasen hebben, en het doorboord worden door de zwijnenslagtand ter besnijdenis van het oervlees. We hebben het dan over de diepere vóórchristelijke geheimenissen van Bethlehem. Uiteindelijk bracht dit Damu-Tammuz tussen de borsten van

2 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication