nieuwe brandstoffen Normen De brandstoffen uit plantaardige grondstoffen zoals die voor het wegverkeer worden bijgemengd, voldoen aan de norm EN590 voor diesel en alternatieven daarvoor of aan EN228 voor benzine en brandstoffen waarop benzinevoertuigen rijden. In deze normen staan richtlijnen voor de chemische samenstelling en de energiedichtheid. Motorenfabrikanten kennen deze normen en zorgen ervoor dat wat ze ontwikkelen, goed functioneert op brandstof die aan deze normen voldoet. Niet alle dieselvervangers voldoen aan de EN590-norm. Er is een aanvullende norm voor ‘paraffinische brandstoffen’ EN15940. Biodiesel blijkt gevoelig voor de vorming van dieselalg. Alg in bio Ondanks controle op de samenstelling volgens Europese normen, hebben de nieuwe brandstoffen andere eigenschappen. De vloeistof kan vluchtiger of juist stroperiger zijn, de verbranding kan heter of minder heet zijn en de gevoeligheid voor bacteriën is anders. Met name biodiesel blijkt in de praktijk veel gevoeliger voor de vorming van dieselalg: de groenbruinige smurrie die in de tank kan ontstaan, vooral als door condens water bij de diesel komt. De drab uit de tank kan vervolgens filters en leidingen verstoppen, waardoor de motor op cruciale momenten kan stoppen. Bij hoge doorloopsnelheid is het bederf van biodiesel niet zo’n groot probleem, maar juist in jachten waar soms een heel jaar met een enkele tank diesel wordt gedaan, kan de groei van dieselbacterie problemen opleveren. HISWA MAGAZINE 6 Ervaringen Fabrikanten Volvo Penta en Yanmar geven aan dat ze hun motoren hebben ontwikkeld voor ‘de pure brandstof’. Additieven als dieselverbeteraars zien ze liever niet. Volvo Penta raadt het gebruik van paraffinische diesels af voor oudere motoren, voor de jongere modellen kan dat worden gebruikt. Yanmar keurt alleen het gebruik van diesels goed die voldoen aan de EN590-norm. Een Fries jachtverhuurbedrijf stapte op basis van de positieve geluiden ondanks de hogere prijs over op GTL, om de schone verbranding en de mindere milieuvervuiling. De ervaringen waren niet positief. Door de hele vloot, met afwisselend Yanmars en Volvo Penta’s kon het gebeuren dat motoren erg onregelmatig draaiden op de GTL. Koud stationair wilden ze niet regelmatig draaien, ze bokten nogal. Bij lage toeren gaven de motoren totaal geen vermogen. Als de gashendel werd opgezet, bleef de motor haperen op lage toeren, totdat een drempelwaarde werd gehaald en de motor ineens op hoge toeren begon te draaien. Erg lastig bij manoeuvreren. De ervaringen van dit ene verhuurbedrijf komen niet overeen met de mededelingen van leveranciers, maar zijn wel hetgeen praktijkmensen vertellen. Andere paraffinische diesels hebben dezelfde chemische samenstelling als GTL, dus potentieel dezelfde problemen. 27
28 Online Touch Home