Coverstory gekregen voor de kwaliteit van die voorzieningen. Daarbij zoeken ze naar rust – en die vind je in de natuur. Zaken als de recreatieprogrammering lijken veel minder belangrijk”, stelt Maassen. Wat blijft is de beleving. “Het wandelen met de boswachter, om maar eens wat te noemen. Voor ondernemers zijn er kansen in de samenwerking met natuurbeheerders. Kijk bijvoorbeeld naar de IVN-cursussen gastheerschap in de natuur. Daar hebben inmiddels honderden medewerkers van recreatiebedrijven aan deelgenomen. Of bushcraft. Of de trend van streekproducten, zoals het plaatselijk gebouwen biertje. Er wordt echt meerwaarde gehaald uit het lokale.” Vitale Vakantieparken Bart Looijmans herkent het verhaal. Op camping De Helfterkamp versterkte hij het profiel van natuur, rust en ruimte door 3 hectare nieuwe natuur in te richten. Dat kwam mede voort uit het programma Vitale Vakantieparken en werd uitgevoerd in nauwe samenwerking met natuurorganisaties. “Die weten waar in de regio behoefte aan bestaat”, vertelt Looijmans. “Zo kwamen wij bijvoorbeeld tot kruidenlanderijen, voor vlinders, insecten en dus ook vogels. Maar we maakten ook nestruimte voor ringslangen. Bij zo’n reptielennest zetten we dan wel een bord met uitleg voor de gasten. Dat mensen niet denken dat we gewoon zijn vergeten de takkenbossen op te ruimen.” Voor Looijmans is het een vorm van idealisme om zijn bedrijf zo natuurlijk mogelijk in te richten, maar hij trekt er óók de leukste gasten mee aan, vindt hij zelf. “Mensen komen hier voor de natuur. We leren ze om daar anders naar te kijken en geven ze ook echt wat om naar te kijken. Neem bijvoorbeeld een dode boom. Vroeger was het kappen en afvoeren. Nu zagen we de kruin eruit en laten de rest staan. Dood hout leeft. Voor spechten, insecten, mossen, van alles. Wij laten dat gaan en tonen dat ook aan onze gasten. En die zijn daar ook van onder de indruk. Het inspireert ze om de natuur nog meer te ontdekken.” Op De Helfterkamp worden rondleidingen verzorgd door vrijwilligers. Diezelfde mensen waren vaak ook betrokken bij het inrichten van de nieuwe natuur op het bedrijf. Ze weten precies wat er te beleven is. “Elk seizoen is er weer een ander landschap te zien. Die rondleidingen zijn altijd anders”, weet Bart Looijmans. “Het is een route van 4,5 uur! En iedereen is enthousiast.” Dat geldt voor volwassenen, Terug naar de natuur. Maar wel omringd door luxe voorzieningen maar zeker ook voor kinderen. Zo is er een kikkerpoel, waar kinderen met een schepnetje naar leven kunnen zoeken. “Dan ontdekken ze hoeveel er leeft in zo’n poeltje!” Volgens Martin Maassen – zelf ook een echte natuurliefhebber – is back to nature een blijvende trend. Mensen hebben meer leren waarderen wat er in de eigen omgeving te zien is. “Neem de afgelopen meivakantie, Hemelvaart, Pinksteren. Het was natuurlijk een voorseizoen met sterk wisselende weersomstandigheden, maar iedereen ging in eigen land op vakantie en mensen stonden er weer van te kijken hoe mooi het allemaal is.” Onderzoek Kees van der Most van onderzoeksbureau Trends & Tourism, presenteerde vorig jaar een toekomstvisie voor de Nederlandse vakantiemarkt richting 2030. In de weergegeven 10 trends voor de toekomst, ontbreekt back to nature. “Het ligt natuurlijk wel in het verlengde van andere trends die ik noem, zoals gezonder leven, duurzaam op reis, betekenisvol en weg van de gebaande paden”, verklaart Van der Most. “Het is meer een afgeleide trend, die overal een beetje terugkomt. De trend wordt aangejaagd doordat Nederland er de afgelopen tien jaar ook werkelijk mooier op is geworden. Op veel plaatsen heeft natuurontwikkeling plaatsgevonden, bijvoorbeeld in de uiterwaarden.” Van der Most noemt ook de hernieuwde aandacht voor watersport. “Weg van de drukte, veilig op je eigen boot. En dat is óók natuurbeleving.” De grote vraag is natuurlijk, of die belangstelling voor de natuur blijvend is. Van der Most verwacht in elk geval een tegenbeweging, als iedereen weer vrij kan reizen. De belangstelling voor de steden komt zeker terug, denkt de onderzoeker. “Stedentrips waren enorm populair bij Nederlanders. Internationaal, maar ook in eigen land. Dat gaat zich zeker herstellen. Dan gaat het om de bekende steden als Maastricht, maar ook om wat minder toeristische steden als Alkmaar, Breda, Zwolle en Zutphen, om er maar een paar te noemen. Dat zijn stedentrips van een weekend of drie dagen. Je ziet dat de ANWB en de NS in hun arrangementen en tickets al stimuleren dat mensen ook de wat minder bekende steden opzoeken. Ook het NBTC heeft een spreidingsbeleid, met name om Amsterdam te ontzien. Mensen gaan naar zo’n stad en gaan dan óók een dag fietsen Recreactie | Juli 2021 | nr 4 13 ➔
14 Online Touch Home