Drenthe lijkt goed uit de coronacrisis te komen. De bezoekcijfers trekken aan en recreatieondernemers en provinciebestuur hebben een positieve schwung met elkaar. In absolute aantallen trekt Drenthe de meeste toeristen van de noordelijke provincies. Maar gedeputeerde Henk Brink heeft ook zorgen. Met name over de groepenmarkt en het investeringskapitaal van bedrijven. Tekst: Jaap van Sandijk Foto: provincie Drenthe De CBS-cijfers die Henk Brink begin augustus onder ogen kreeg, bevestigden zijn sterke vermoedens. Drenthe ontving in 2020 meer binnenlandse toeristen dan in 2019. Vorig jaar kwamen ruim een miljoen mensen naar de ‘oer-provincie’, tegenover 890 duizend in 2019. Drenthe boekt daarmee een stijging van 14 procent. Die toename is niet zo spectaculair als de andere noordelijke provincies. Friesland zag het aantal binnenlandse bezoekers stijgen met 35 procent en Groningen zelfs met 55 procent. In absolute aantallen trekt Drenthe wél de meeste toeristen van de noordelijke provincies. Bent u tevreden met de CBS-cijfers? “Jazeker. De campingsector doet het goed. Ondernemers spelen goed in op nieuwe ontwikkelingen. Een vriend van mij heeft een camping en vertelde me dat hij nog nooit zo’n goed jaar heeft gehad. Maar als je kijkt naar de gehele gastvrijheidssector zie je een divers beeld. De evenementensector is hard geraakt en de horeca krijgt minder gasten, al geven die gemiddeld wel meer uit. En de groepenmarkt heeft het moeilijk.” Ziet u veel (bijna) faillissementen bij groepsaccommodaties? “Nee. Onder de groepsaccommodaties zijn veel familiebedrijven en die hebben over het algemeen een goede slagkracht. Maar ik hecht zeer aan de groepensector. Het is een aanjager voor onze bezoekersaantallen. Een weekje met bedrijf of familie in een groepsaccommodatie is vaak een eerste kennismaking met de provincie. Dat leidt tot vervolgbezoek. Gelukkig zien we dat groepsaccommodaties de bakens verzetten en uit het dal klimmen. Als provincie steunen wij hen. Onder meer met een extra marketingcampagne, in samenwerking met Marketing Drenthe. We helpen ook met een expertteam. Dat team helpt ondernemers om te gaan met veranderend consumentengedrag en met het maken van toekomstplannen.” Hoe wil Drenthe straks, na de coronacrisis, zijn gasten ontvangen? “Gastvrij en waardevol! In ons ‘Perspectief op bestemming Drenthe 2030’ hebben we, met verschillende partners binnen en buiten de toeristische sector, vastgelegd dat we onze trots op onze cultuur en identiteit blijven versterken en uitdragen. We zetten in op vernieuwing en kwaliteit. We creëren wandelknooppunten, zoals die er ook zijn voor fietsers. Want we blijven dé wandel- en fietsprovincie. Dat gaan we nog meer uitdragen. De fiets is de winnaar van de coronacrisis. In onze nieuwe campagnes zullen we straks dan ook stevig inzetten op fietsen, wandelen en paardrijden. En op de goede kwaliteit die we in onze provincie kunnen bieden. Door de komst van e-bikes en speed pedelecs werken we hard aan de aanpassing van de infrastructuur. En de routes zijn verbeterd. In het verleden gingen de fietsroutes om de dorpen heen, nu wordt meer rekening gehouden met de horeca als rustpunt voor de fietsers. Ook op het gebied van dagrecreatie maken we grote sprongen. Denk aan de Koloniën van Weldadigheid, die onlangs zijn toegevoegd aan de werelderfgoedlijst van Unesco. En aan Wildlands in Emmen, dat het erg goed doet. Maar toch: als ik kijk naar de investeringen die in de toekomst nodig zijn om de hoge kwaliteit van de recreatiesector vast te houden, maak ik me zorgen. Hebben bedrijven wel genoeg investeringskapitaal om dit vol te houden?” Het kabinet wil de steunmaatregelen na het derde kwartaal van dit jaar stopzetten. Gaat u zich in Den Haag extra inzetten voor meer steun, als Drentse recreatieondernemers u daarom vragen? “Ik kom op voor de sector, maar ik ben geen belangenbehartiger. Natuurlijk is de toeristisch-recreatieve sector van enorm belang voor de werkgelegenheid en de welvaart in onze provincie. Maar ik ben bestuurder geworden voor het algemeen belang. Ik kom op voor toerisme en recreatie, maar óók voor onze landbouw en het mkb. Let wel: als ik iets zie dat niet goed gaat, dan ben ik de eerste die om aandacht vraagt in het IPO, het Interprovinciaal Overleg.” Een aantal maanden geleden was u precies tien jaar gedeputeerde. Waarop bent u als bestuurder het meest trots, als u terugkijkt op die periode? (Na een korte stilte) “Ja, tóch dat die schwung erin zit. Dat ondernemers en provincie samen optrekken, elkaar weten te vinden en waardering hebben voor elkaar. Dat laatste is erg belangrijk. Want het is niet fijn als je je niet gewaardeerd voelt. Dat merk ik bijvoorbeeld als het om de landbouw gaat, daar is te weinig waardering voor. In de toeristisch-recreatieve sector zie je het tegenovergestelde. Daar is wel waardering voor en daar gebeuren heel veel goede dingen.” Henk Brink VVD’er Henk Brink (Zwiggelte, 1958) is sinds april 2011 lid van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe. Hij is verantwoordelijk voor onder meer recreatie en toerisme en economie. Voor hij de politiek in ging was hij onder andere voorzitter van LTO Noord afdeling Drenthe, interim voorzitter van LTO Noord en lid van de beleidsraad en de bestuursraad van LTO Nederland. Hij is ondernemer en zit samen met zijn zoon in een maatschap (een boerderij met landerijen en legkippen), waar zijn zoon de dagelijkse leiding van heeft. Brink is getrouwd en vader van drie kinderen. 06-2021 | Recreactie 25
26 Online Touch Home