kunnen maken, maar dat kost enorm veel geld en wie betaalt dat? Misschien zijn er dan mogelijkheden voor de recreatiesector? De vraag naar verschillende vormen van recreatie zal de komende jaren gaan stijgen. Wellicht kunnen bestaande ondernemers nabij Natura 2000gebieden extra ontwikkelingsruimte krijgen voor hun bedrijf, en in ruil daarvoor een flink stuk natuur ontwikkelen. Een dergelijke regeling kennen we ook uit het verleden, maar het blijft wel maatwerk per regio. Een gelijk speelveld is daarbij belangrijk.” Kampeerboeren In de politiek wordt druk gezocht naar manieren om boeren die straks hun bedrijf moeten stoppen, een andere kostwinning te geven. Ook recreatie kwam daarbij al voorbij. Boeren kunnen landwinkels beginnen met lokale producten. Of buitensportactiviteiten organiseren. Minicampings zijn natuurlijk al heel bekend. Mogelijkheden genoeg. Maar is dat ook wenselijk? Merlijn Pietersma van adviesbureau Ginder (voorheen ZKA) waarschuwt voor al te hoge verwachtingen, zowel bij recreatieondernemers als bij boeren. “Een minicamping met 25 glampingtenten klinkt heel aardig, maar daar ga je nooit zoveel inkomen uit halen als 150 melkkoeien. Daarbij komt dat niet alle boeren geschikt zijn om ondernemer te worden in de gastvrijheidssector. Als je goed met beesten kunt omgaan, betekent dat niet dat je ook goed met je gasten kunt omgaan.” Toch ziet Pietersma wel perspectief voor recreatie op de vrijkomende gronden. “De bevolkingsgroei gaat nog steeds hard: tot 2035 komen er bijna een miljoen mensen bij in Nederland. Die mensen gaan voor een groot deel wonen in de steden en willen ook recreëren. Daarnaast zou het best eens kunnen dat door de klimaatverandering steeds meer toeristen uit zuidelijke landen in de zomer naar het noorden komen. De behoefte aan recreatiemogelijkheden blijft in Nederland dus flink groeien. Maar dat is niet overal. Zoals studies nu al uitwijzen, heb je in Nederland op sommige plaatsen zelfs teveel bezoekers. Je moet het eventueel uitbreiden van het aanbod van recreatie en toerisme – of dat nou van bestaande of nieuwe aanbieders komt – dus gebiedsgericht benaderen. Wat is er in een bepaald gebied aanwezig aan voorzieningen? Wat is de potentie? Welke bezoekstroom kan de natuur in een gebied aan? En hoe zal de vraag zich ontwikkelen? Op basis daarvan kun je kijken of er ruimte is voor groei van het aanbod.” Die gebiedsgerichte aanpak komt er: het programma omschrijft heel duidelijk dat provincies op dit moment de taak hebben om gebiedsplannen te maken voor stikstofreductie. Bufferzones Ab Pouwer, eigenaar van Camping Oranjezon in Vrouwenpolder, heeft in Zeeland al dertig jaar ervaring met gebiedsprocessen. “De komende jaren zullen landbouwgronden anders gebruikt gaan worden”, constateert hij. “Welk gebruik dat kan worden, moet je natuurlijk per geval bekijken. Hier in Zeeland denk ‘Reken maar dat de provincie gevoelig is voor gezamenlijke plannen van onderaf’ 06-2022 | Recreactie 29 >
30 Online Touch Home