landbouwhervorming ik dat boeren niet per se hoeven te stoppen, maar wel op zoek moeten naar een veel houdbaarder model: dus minder intensieve landbouw en veeteelt.” Pouwer hoopt dat er een echte oplossing komt voor de stikstofproblematiek en andere grote problemen waar de agrarische sector mee worstelt. “Maar het is de vraag of dat recreatie moet worden. Er is onder de Zeeuwse bevolking geen draagvlak meer voor een verdere groei van recreatie en toerisme. Dat is een belangrijk gegeven. Maar die groei, vooral van het dagtoerisme, is niet zo makkelijk te beïnvloeden. Dagtrips en vakanties niet te ver van huis worden steeds populairder. Het is daarom dringend nodig dat we het natuurlijke en landschappelijke draagvlak de komende jaren groter maken”, stelt Ab Pouwer. “We hebben in de coronaperiode gezien dat diverse natuurgebieden overbelast raakten door bezoekers. De sterke groei van bezoekers is structureel. Er is enorme behoefte aan bufferzones rond dorpen, steden, concentraties van recreatievoorzieningen én rond de echte waardevolle ‘donkergroene’ natuur. Dan kun je denken aan landschapsgronden. Daar kan biolandbouw plaatsvinden, naast belevingsruimte voor recreatie en toerisme. Dan schep je ruimte voor de mensen, je ontziet de echte natuurgebieden én je maakt gezonde economische ontwikkeling mogelijk. Ik hoop dat dat het uitgangspunt wordt van de provinciale en gemeentelijke gebiedsvisies.” Partijen bijeen brengen Welke rol kunnen bestaande recreatieondernemers daar dan in spelen? Merlijn Pietersma pleit voor het sluiten van coalities. “Probeer de partijen in je regio bij elkaar te brengen. Wellicht kun je komen tot een gezamenlijk plan van enkele recreatieondernemers, boeren én natuurbeheerders. Met dat plan ga je naar de gemeente en als je die meekrijgt naar de provincie. En reken maar dat die gevoelig is voor dit soort initiatieven van onderaf. Dan versterk je niet alleen jezelf, maar ook je buren en het landschap.” Wat zijn de plannen? De Startnotitie Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) geeft een kader om de stikstofuitstoot in Nederland te verminderen. Want, zoals inmiddels bekend, teveel stikstofuitstoot is slecht voor de natuur en daarmee voor de draagkracht van ons ecosysteem en de waterhuishouding. Er moet dus iets gebeuren en de startnotitie geeft daar duidelijke kaders voor. Daarbij ligt de focus op hervorming van de intensieve veeteelt, waarbij grote hoeveelheden stikstof vrijkomen. Het NPLG geeft ook een duidelijk tijdspad, maar of dat wordt gehaald (en hoe) is nog zeer afhankelijk van het politieke steekspel dat op dit moment plaatsvindt. Het stikstofkaartje dat zoveel stof deed opwaaien, is heel helder: in Natura 2000-gebieden moet meer dan 95% van de stikstof worden gereduceerd, in de ring er omheen 70%. Vooral op de Veluwe gaat het daarbij om een enorm gebied. Er zijn nog aardig wat delen door het hele land waar het gaat om 47-58% reductie en voor de rest van het land staat 12% stikstofreductie aangegeven. Waar veel stikstof wordt uitgestoten, zullen boerenbedrijven moeten hervormen, stelt het NPLG. 06-2022 | Recreactie 31
32 Online Touch Home