kennis delen Bouwen onder de Omgevingswet De nieuwe Omgevingswet leidt tot veel misverstanden. Dat komt vooral door onbekendheid omtrent de regels bij bedrijven, burgers én overheden. Onlangs kreeg een recreatieondernemer een stillegging van de bouw én een last onder dwangsom aan zijn broek: hij zou ten onrechte geen omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit hebben aangevraagd. Tekst: Eelco de Jong (Zypp Advocaten) Foto: Shutterstock De betreffende gemeente meende dat die vergunning noodzakelijk was om een aantal chalets te plaatsen. Het liep na wat heen en weer schrijven en bellen gelukkig met een sisser af. Waar zat de gemeente fout? Sinds 1 januari 2024 kennen wij de omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit (afgekort: OPA). Als je een bouwwerk wilt bouwen moet je doorgaans zo’n OPA aanvragen. Het college van B&W beoordeelt dan of het bouwwerk vergunbaar is, gelet op de regels van het bestemmingsplan (nu: tijdelijk omgevingsplan), redelijke eisen van welstand en de eisen van de gemeentelijke bouwverordening. Eigenlijk is dit een ruimtelijke beoordeling. Als hoofdregel geldt een vergunningsplicht, maar het kan nog steeds vergunningsvrij. Net als voorheen is de bouw van een chalet nog steeds doorgaans omgevingsvergunningsvrij (artikel 22.27 onder b van de Bruidsschat). Over dit onderdeel ontstond met het gemeentebestuur geen discussie: een ver gunning voor de omgevings planactiviteit was niet nodig. De discussie ging over iets anders. Sinds 1 januari kan er namelijk nog een tweede vergunning voor het bouwen van een bouwwerk nodig zijn: de omgevings vergunning voor de bouwactiviteit. Hier wordt beoordeeld of het bouwwerk constructief voldoet. Daarbij wordt dus met name getoetst aan, wat voorheen heette, het Bouwbesluit. Veel van die regels staan nu in het Besluit bouwwerken leef omgeving (Bbl). Onbekendheid omtrent de regels leidt tot veel misverstanden Geen vergunning nodig Anders dan bij de omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit heb je voor de bouwactiviteit in beginsel geen vergunning nodig. Hoofdregel is dat de bouw activiteit vergunningsvrij kan worden uitgevoerd. Dat volgt uit artikel 2.25 van het Bbl. Een dergelijke vergunningsplicht geldt enkel voor bouwactiviteiten op een gebouw of ander bouwwerk met een dak. Daarnaast moet een van de volgende punten van toepassing zijn: dat het gebouw (of ander bouwwerk) niet op de grond staat, hoger is dan 5 meter, bij meer dan één bouwlaag is voorzien van een verblijfsgebied op de tweede bouwlaag of hoger, is voorzien van een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte of als gevolg van de bouwactiviteit een hoofd gebouw wordt. Kortom, voor een chalet van maximaal 5 meter hoog is geen vergunning nodig voor de bouwactiviteit. En van een overtreding dus ook niet: einde van de bouwstop en last onder dwangsom. 04-2024 | Recreactie 27
28 Online Touch Home