Doopsgezinde gemeente Ontstaan en geschiedenis van ons kerkgebouw door Ton Koningen Vanaf de drooglegging van de Haarlemmermeer in 1852 woonden er doopsgezinden in de nieuwe polder. Kerkgang vond plaats in Haarlem en Aalsmeer, waarbij de scheiding werd bepaald door de ligging van de Hoofdvaart. Te voet of met paard en wagen over grotendeels onverharde paden; de eerste verharde weg werd nl. in 1860 pas aangelegd. In 1870 werd er voor het eerst gesproken over een eigen gemeente, maar behalve Haarlem, hadden Amsterdam en Aalsmeer grote twijfels over de haalbaarheid. De financiën waren het grootste obstakel en het bleef bij plannen. In 1890 sloten veel doopsgezinden zich aan bij de oprichting van het Nederlandse Protestantenbond(NPB), maar bleven wel lid van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit (ADS). Toen de ruimte in De Beurs, waar bijeenkomsten werden gehouden, rond 1905 definitief omgebouwd werd naar horecabestemming, werd er voor het eerst in 1908 in de notulen melding gemaakt van het plan een perceel grond te kopen voor een eigen gebouw. De Doopsgezinde Gemeente (DG) uit Haarlem pakte door en maakte e.e.a. mogelijk. Nog steeds onder de vlag van de NPB, maar met afspraken over het bezit cq. onderhoud (DG Haarlem) en een flinke inzet van doopsgezinde predikanten. In 1912 werd het gebouw in gebruik genomen; kerkruimte en kosterswoning onder één dak, niet geheid en met een speciaal gemetselde voeg. Vooralsnog met muziek van een harmonium, maar al in 1915 bouwde, alweer met financiële hulp van Haarlem, de firma H.W. Flentrop uit Zaandam een pneumatisch en mechanisch orgel in het gebouw. Pas in 1972 restaureerde orgelbouwer L. Verscheuren uit Heythuizen ons orgel compleet, incl. als tweeklavierorgel met electrische tractuur. 4
6 Online Touch Home