41

op één lijn 33 1e uitgave 2009 De oogheelkundig bekwame huisarts dient tenminste 200 oogheelkundige consulten per 5 jaar uit te voeren, en de praktijk dient ook aan dit bijzondere aanbod aangepast te zijn. Om Oogheelkundig bekwame huisarts te worden, moet de huisarts de eerstelijns oogheelkundige opleiding aangeboden door de STOOHN of de door het UMCG Wenckebach Instituut PAOG verzorgde oogheelkundige opleiding voor huisartsen hebben afgerond. De Stichting Oogheelkundig Onderwijs aan Huisartsen in Nederland (STOOHN dus) is in 1994 opgericht als voortzetting van de scholingsactiviteiten van Jo Baggen. Het bestuur wordt op dit moment gevormd door 4 in Limburg praktizerende huisartsen. Martin Brassé, huisarts en -opleider in Vlodrop, volgde in 1990, samen met zijn praktijkassistente/echtgenote Wilma, de oogheelkundecursus bij Baggen. Hij is nu nog steeds secretaris van de STOOHN, zijn vrouw is tegenwoordig verantwoordelijk voor de organisatie van de landelijk gegeven cursussen. Deze worden verzorgd vanuit een soort oogheelkundige SRV-wagen, de Optomobiel, met 4 oogheelkundige units aan boord. De cursus duurt 2 ½ dag, na het volgen van 2 cursussen kan de huisarts zich laten inschrijven in het register. Inmiddels hebben meer dan 700 huisartsen de cursus gevolgd. Die zijn overigens niet allemaal geregistreerd. De cursus wordt in het kader van de opleiding aangeboden aan alle aios-h in Maastricht, waarbij Jo Baggen, al lang met pensioen, nog steeds een actieve rol speelt, zowel in het onderwijs als bij de bewaking van de kwaliteit daarvan. De conclusie kan wat mij betreft zijn, dat de oogheelkunde in de huisartsenpraktijk nog vol in beeld is, en dat de bril om daar goed zicht op te krijgen en te houden aangemeten is door één eigenwijze huisarts uit Brunssum, wiens naam onlosmakelijk verbonden zal blijven aan het oogheelkundig onderwijs: de Baggencursus. Geïnteresseerden kunnen meer te weten komen op www.stoohn.nl voor data en locaties van volgende cursussen en www.chbb.lhv.nl voor motivatie en onderbouwing van de registratie-eisen. Symposium Werkbare Wetenschap Bewijs is één, toepasbaarheid iets anders. Wetenschap en werkelijkheid lijken soms weinig verwant. Maar voelen we de wetenschappers wel genoeg aan de tand? Vragen praktiserende artsen wel indringend genoeg waar het geleverde bewijs precies toe dient? En kunnen we het nieuw verworven inzicht in de praktijk te gelde maken? Op donderdag 25 juni 2009 krijgt u onder de titel Werkbare Wetenschap een proeve uit onderzoek van het Maastrichtse UMC+. Uit de veelheid van goede proefschriften is door ervaren huisartsen een keuze gemaakt. De onderzoekers vertellen u, waar u in uw praktijk direct mee uit de voeten kunt. Ook de discussies gaan over toepasbaarheid. U kunt ’s morgens en ’s middags een keuze maken uit parallelle presentaties: steeds 15 minuten voordracht, 30 minuten discussie. In de ruime pauzes kunt u kennismaken met nog meer onderzoek op ‘de agora’: Marktplaats-punt-UM. Elke onderzoeker verkondigt daar onder eigen luifel zijn of haar centrale boodschap. Deze dag, waarop de vakgroep huisartsgeneeskunde graag uw gastvrouw is, komt in de plaats van de vroegere Randwyckcursus, waar nieuwe ontwikkelingen in de specialistische geneeskunde centraal stonden. Schrijf u in, kom, luister maar geef vooral uw mening over waar wetenschap werkt! Locatie van het symposium: hotel Van der Valk Maastricht Aanmelden: www.topevent.nl 41

42 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication