24

op één lijn 36 1e uitgave 2010 huisartsen en gebaseerd lijkt op kennis, wetenschappelijke kennis, ervaringskennis en contextkennis. Als determinanten zijn verder te noemen de persoonlijkheid van de arts als ook mediërende en verstorende factoren. Niet-pluis betekent dat de huisarts een onbestemd gevoel heeft dat er iets niet klopt wat zou kunnen duiden op een mogelijk ongunstige afloop. Het niet-pluis gevoel activeert het diagnostische proces in de richting van het formuleren en afwegen van diagnoses met een mogelijk ernstige afloop en een gericht beleid op het voorkomen daarvan is noodzakelijk. Pluis betekent dat een huisarts zich gerust voelt over de verdere aanpak en afloop, ook al is hij/zij niet zeker van de diagnose: 'het klopt allemaal'. Medische tuchtcolleges nemen het niet-pluis gevoel serieus getuige een aantal uitspraken richting huisartsen en specialisten. Als u een niet-pluis gevoel hebt moet u de nodige diagnostische vervolgstappen ondernemen, aldus deze colleges. zelfs het ontbreken van een niet-pluis gevoel in bepaalde situaties achten deze colleges professioneel gezien verwijtbaar. Met hulp van duale proces theorieën slaagden we erin om een theoretisch model te construeren waarbinnen de rol van PNP begrepen kan worden als een derde diagnostische denkspoor naast medische besliskunde en medisch probleem oplossen. PNP acteert nooit alleen maar altijd in samenwerking met analytische denkprocessen. Tenslotte zijn we met hulp van 18 experts erin geslaagd tien belangrijke onderzoeksvragen te inventariseren en - nog moeilijker - negen geschikte bijpassende onderzoeksmethoden te vinden. Het zijn ondermeer vragen naar het voorkomen van PNP, naar de diagnostische waarde in eigen praktijk en op een post en naar de betekenis van determinanten. Impact voor verder onderzoek, opleiding en dagelijkse praktijk Hoewel we nu weten dat PNP een positieve rol speelt in het diagnostisch denken van huisartsen, is dus nog niet bekend hoe groot die bijdrage is en welk aandeel belangrijke determinanten als ervaring, contextkennis en persoonlijkheid leveren. Na afronding van het proefschrift ‘Gut feelings in general practice’ werken we nu aan het valideren van een korte vragenlijst waarmee mogelijke antwoorden gevonden kunnen worden. Daarnaast heeft de SBOH (Stichting Beroepsopleiding Huisartsen) subsidie beschikbaar gesteld om uit te zoeken in hoeverre het nietanalytisch leren diagnostisch leren denken al een plek heeft in de huisartsopleiding en hoe het ‘leerbaar’ gemaakt kan worden. Huisartsen zijn meestal geen wetenschappers maar toch leeft breed het beeld dat zij hun diagnostische beslissingen vooral baseren op ‘science’ terwijl PNP meer bij ‘art’ lijkt te horen. Het is de vraag of dit beeld klopt. Welke achterliggende concepten sturen ons denken aan als we een dergelijke tweedeling maken? zijn er argumenten om te veronderstellen dat een diagnostisch gevoel als PNP onderdeel is van onze cognitie? vanuit de neurowetenschappelijke hoek, de ontwikkelingspsychologie en de filosofie kunnen genoeg argumenten worden aangedragen om deze stelling te verdedigen. Het gaat hier om een boeiend debat dat raakt aan de conceptuele grondslagen van onze geneeskunde. We hopen hier een steentje aan bij te dragen. In de dagelijkse praktijk van de huisarts verandert er natuurlijk niets, behalve dan dat huisartsen vrijmoediger gebruik kunnen blijven maken van een diagnostisch instrument als PNP. Het kan hen in onzekere en complexe diagnostische situaties, kenmerkend voor de huisartsgeneeskunde, op een meestal efficiënte en veilige manier gidsen. Namens de projectgroep PNP, Erik Stolper: cf.stolper@hag.unimaas.nl www.gutfeelingsingeneralpractice.eu 24

25 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication