44

op één lijn 36 1e uitgave 2010 Niets menselijks is u vreemd over het omgaan met dadendrang DOOR FELIX PUNT, GEDRAGSWETENSCHAPPER HUISARTSOPLEIDING effect had gehad. vreemd. Maar eigenlijk meteen ook weer niet toen bij nadere exploratie bleek dat de opleider zelf óók haar pauze lopend invult en de koffie im Stehen consumeert. Niets menselijks is u vreemd maar zulk een voorbeeld motiveert een ander natuurlijk niet. Felix en zijn puntje Niets menselijks is u vreemd: ook artsen werken, eten, drinken, verplaatsen zich, hebben hun naasten lief, slapen, douchen, houden van goede wijn, ergeren zich en besteden geld. In veel mindere mate echter zijn zij moe, zwak, ziek, verdrietig, twijfelend en onzeker. Rondkijkende op de huisartsenopleiding waar ik sinds juli als gedragswetenschapper werkzaam ben, vraag ik mij af of ik ga constateren dat het ziekteverzuim onder de artsdocenten lager ligt dan dat onder andere beroepsgroepen. Hebben we hier te maken met een übermensch? Of is het gewoon de frequentere blootstelling aan ziektekiemen en handenvol Paracetamol wat artsen door het jaar heen staande houdt? Gelet op de beschikbare energie, de dadendrang, de output, de gemiddelde autosnelheid, de parate spierspanning en de hoeveelheid avonden gevuld met activiteiten gelieerd aan werk, hebben we in ieder geval te maken met doeners. Artsen zijn uitgesproken doeners en wel op het randje van hun stoel. ze pauzeren niet veel, maken weinig contact met hun gevoel, ze gaan maar door en gaan maar door. Diep van binnen weten ze natuurlijk wel beter – maar dat blijkt vooral als het over ánderen gaat. Ook de huisarts-in-opleiding lijkt al vroeg met dadendrang te zijn besmet. Laatst nog hoorde ik op de terugkomdag een opleider vertellen hoe haar aios in ieder geval te weinig pauze neemt, niet op gezette tijden even schouwt en nooit even zittend voor het eigen welzijn de pols opneemt. “Geen goede zaak” vond de opleider, in de rug gesteund door de huisartsenopleiding die tegenwoordig ook het belang van zelfzorg leert. zij ging dus eens motiverend met de aios in gesprek, maar kwam na een maand terug met de mededeling dat dat geen enkel 44 In mijn rol van supervisor van de opleider heeft het geen zin om haar voor te schrijven de druk op de aios verder op te voeren, om deze alsnog tot ander gedrag te bewegen. Artsen gelden als eigenwijs en dat gaat vaak ook al op voor hen die daartoe in opleiding zijn. Het voorhouden van vette beelden over een mogelijke burn-out rond het vijftigste levensjaar, zullen het stuurwiel van de aios ook niet doen draaien. Dat soort horizonten blijven op afstand weggelegd. Hoe de tweetrapsraket van de opleider en haar aios dan wel van de aarde losgekregen? Hoe wel de zelfzorg voldoende onder de aandacht gebracht? Ik zak even onderuit en laat de snelle sjablonen als “de aios zou zus en zo” wijselijk voor wat ze zijn. Naar mijn mening gaat het hier ook minder om het feit dat de aios daadwerkelijk de tijd reserveert om bij het een en ander stil te staan, dan om het verwerven van een principiële verantwoordelijkheid jegens zichzelf. Gaat het meer om een innerlijke houding dan om de daaruit volgende vorm. zelfzorg is geen techniek maar een gevolg van respect vóór en waardering ván jezelf als mens. Als opleider zou ik daarom het liefst de aios diep in de ogen kijken en vragen hoe het met hem is. Als het nodig is: keer op keer, opdat hij gaandeweg leert zich in zichzelf te interesseren zoals ik in hem geïnteresseerd ben. Mensen leren naar zichzelf om te zien dankzij het feit dat een ander waardevol naar ze kijkt. Een voorwaarde is wel, dat dat ook oprecht gebeurt. Dat geldt niet alleen als opleider richting aios, maar ook voor mij als supervisor richting de opleider. Ik begin dus maar met die opleider en ga haar vragen hoe het op dit moment met haar is. zij gaat mij als collega aan het hart. Als zij me daadwerkelijk kan overtuigen dat zij geen pauze nodig heeft, leg ik mij voor het moment dan daarbij neer. Persoonlijk lijkt het me sterk, maar goed: misschien is zij een übermensch. Ik zal haar nog eens goed in de ogen zien.

45 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication