op één lijn 36 1e uitgave 2010 Bijzondere Bekwaamheid Urogynaecologie: 12 standaarden! DOOR HENDRIk JAN vUNDERINk, HUISARTS REDACTIELID kunt u nog een pessarium aanmeten? Ja? Mooi, want de meerderheid van uw collega’s niet (meer). Door snelle medisch-technische en farmacotherapeutische ontwikkelingen en door beperkte kennis bij huisartsen over weinig voorkomende urogynaecologische aandoeningen, is behoefte aan extra ondersteuning van huisartsen met expertise op het terrein van de Urogynaecologie. Eén van die kaderhuisartsen Urogynaecologie is Margriet Folkeringa – De Wijs. zij levert, samen met 3 mannelijke collega’s, de normale huisartsgeneeskundige zorg in een groepspraktijk in Geleen voor 6000 patiënten. Tijdens haar studie moest zij kiezen tussen gynaecologie en huisartsgeneeskunde. Het werd de laatste, maar voordat zij met de opleiding begon, werkte ze enige tijd als abortusarts. In dit werk werd zij geconfronteerd met te veel onvolkomenheden op het gebied van de (advisering over) anticonceptie. Toen Yvonne van Leeuwen, destijds hoofd van de Huisartsopleiding Maastricht, haar attendeerde op de nog jonge opleiding tot kaderhuisarts Urogynaecologie, aarzelde zij niet om zich op te geven. Temeer, daar haar nog steeds grote belangstelling voor de gynaecologie daarmee binnen de eerste lijn gestalte kon krijgen. Gevraagd naar de noodzaak voor deze Bijzondere Bekwaamheid, noemt Margriet een aantal redenen: de verloskunde is verdwenen uit het pakket van de huisarts, kennis op urogynaecologisch gebied is wat ondergesneeuwd door de chronische en complexe zorg, en ook het verdwijnen van de periodieke pilcontrôles. Het belang is echter groot. Als voorbeeld het probleem incontinentie. Per jaar wordt in Nederland 16 miljoen euro uitgegeven aan incontinentiemateriaal, 80 % daarvan aan vrouwen tussen de 39 en 49 jaar. Want incontinentieproblemen doen zich veel vroeger voor dan algemeen wordt aangenomen, veelal na een bevalling. 52 veel huisartsen zijn zich niet bewust van incidentie en prevalentie van incontinentie, en onder meer hier heeft de kaderhuisarts dan ook een adviserende en begeleidende taak naar de collega’s. veel urogynaecologische zorg kan de huisarts in eigen beheer houden, maar een aantal ziektebeelden vraagt meer complexe zorg waarvoor specifieke kennis of vaardigheden ( bijvoorbeeld het aanmeten van een pessarium!) gewenst zijn om kwalitatief verantwoorde zorg voor de patiënt in de eerste lijn te garanderen. De kaderhuisarts urogynaecologie is deskundige hiervoor naast zijn/haar deskundigheid op het gebied van de samenwerking tussen de eerste en tweede lijn. De tractus urogenitalis is het werkveld van de kaderhuisarts waarbij seksespecifieke en seksuologische gevolgen een integraal onderdeel zijn van de deskundigheid. Buiten het deskundigheidsgebied vallen kinderen, zwangerschap, verloskunde, maligniteiten en (sub)infertiliteit. Desalniettemin is het gebied uitgebreid: 12 NHGstandaarden, zoals in de titel van dit stuk vermeld. Overigens is urogynaecologie bij uitstek sekse-specifieke geneeskunde. En dat betekent, dat ook man-specifieke klachten als impotentie- en prostaatproblematiek binnen het domein horen. Op het opleidingsinstituut is Margriet de bedenker van het “PSA1-debat”, dat zij organiseert en voorzit voor groepen jaar-3 aios. Ook de kaderhuisarts met deze bijzondere bekwaamheid is dus een toegevoegde waarde voor de eerste lijn. Om kaderhuisarts Urogynaecologie te worden, moet de huisarts de tweejarige door het NHG erkende kaderopleiding Urogynaecologie, aangeboden door de Voortgezette Opleiding tot Huisartsen (VOHA) en de Afdeling Huisartsgeneeskunde van het UMC St. Radboud te Nijmegen, hebben afgerond. Geïnteresseerden vinden meer en uitgebreidere informatie op www.chbb.artsennet.nl 1 PSA staat voor Prostaat Specifiek Antigeen; de bloedtest staat stevig ter discussie als methode om prostaatkanker in een vroeg stadium op te sporen
53 Online Touch Home