56

op één lijn 36 1e uitgave 2010 voorkomen. Angst voor bewegen, weinig sociale contacten bij het sporten, gebrekkige faciliteiten en accommodatie, gebrek aan testen en gezondheidsredenen zijn belangrijke voorspellers van uitval. Concluderend: er zijn veel factoren die uitval bij eerstelijns COPD beweegprogramma’s kunnen beïnvloeden. Hoe die factoren op elkaar inspelen is complex en nog niet helder. Om die reden wordt gewerkt aan het onderbrengen van alle factoren (en hun interacties) in een gedragsmodel. ProscriptUm. kwaliteit van voorschrijven. Hoe te meten? WESP GIDY ROEFS. BEGELEIDER JOS BOESTEN. Het overmatig en onjuist gebruik van antibiotica is samen met veterinair gebruik één van de grootste oorzaken van antibioticaresistentie. In het ProscriptUM project onder begeleiding van onderzoeker en huisarts Jos Boesten, wordt getracht om huisartsen ‘feedback op maat’ te geven, door middel van het meten van kwaliteit van voorschrijven aan de hand van prescriptie-indicatoren. Deze indicatoren meten het werken conform richtlijnen zoals deze door de NHG zijn opgesteld (in percentages) waarmee op praktijkniveau feedback gegeven kan worden. Internationaal wordt om kwaliteit van voorschrijven uit te drukken vaak gefocust op de totale hoeveelheid antibiotica die wordt voorgeschreven. Is het bij de beoordeling van de kwaliteit van voorschrijven echter niet eerlijker om te kijken naar de nieuwe voorschriften? Deze weerspiegelen immers de beslismomenten van een arts om antibiotica voor te schrijven en daarmee de kwaliteit van voorschrijven. In dit onderzoek hebben we onderzocht of er een relatie is tussen de hoeveelheid antibiotica die een huisarts voorschrijft, de kosten hiervan en de kwaliteit van voorschrijven. Declaratiedata van Cz en vGz van praktijken uit het ProscriptUM project waren beschikbaar om prescriptie indicatoren te berekenen. Om een vergelijking te trekken met de internationale literatuur, hebben we deze prescriptie indicatoren vergeleken met zowel internationaal gebruikte volumematen en onze volumemaat ‘nieuwe prescripties’ en deze gerelateerd aan de grootte van de populatie in de praktijken. Hierbij stuitten we echter op een probleempje. In Nederland is het immers zo dat elke patiënt ingeschreven staat bij een huisarts, waardoor de populatie gemakkelijk te berekenen is. Maar het buitenland kent die inschrijving op naam meestal niet. Uit, door in dit onderzoek uitgevoerde, analyses op gegevens van 16 praktijken behorende tot het RNH (RegistratieNetwerkHuisartsen), kunnen we concluderen dat het aantal consumerende patiënten een goede schattingsmaat het aantal ingeschreven patiënten is. Echter om deze methode te valideren, zal internationaal aanvullend onderzoek gedaan moeten worden. kijkend naar de scores op prescriptie indicatoren, zagen we een zeer grote spreiding op de indicator ‘voorschrijven van voorkeursmiddelen’ (6.99% - 81.82%) en op de indicator ‘vermijden van niet-voorkeursmiddelen’ (29.30% – 90.91%) bij nieuwe geïndiceerde behandelingen. Ook de kosten liepen uiteen van € 1.10 tot € 45.95 per antibioticarecept. Deze spreiding lijkt niet goed verklaarbaar, maar is wel een indicatie dat er nog steeds ruimte voor verbetering m.b.t. het voorschrijven van antibiotica is. Tot onze verrassing bleek er nauwelijks een relatie te zijn tussen de kwaliteit van voorschrijven en de hoeveelheid voorschriften of kosten. Het lijkt er dus op dat de voorschrijfvoorkeur van een arts nauwelijks invloed heeft op de kwaliteit van voorschrijven. Met andere woorden: iemand die veel antibiotica voorschrijft is niet per definitie een slechte voorschrijver! Meer informatie over het ProscriptUM project is te vinden op www.proscriptum.nl 56

57 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication