59

op één lijn 36 1e uitgave 2010 dat het invullen van de 4DkL hen nieuwe inzichten gaf over hun klachten. Samenvattend kan het voor u zeker meerwaarde bieden om de 4DkL eens te proberen. De genoemde lijst is gratis te downloaden via de site: www.emgo.nl Bij vragen of opmerkingen kunt u uiteraard altijd contact met ons opnemen: I.vandemortel@student.maastrichtuniversity.nl of A.khan@student.maastrichtuniversity.nl ondervoeding bij mensen met een verstandelijke beperking WESP STUDENT JANINE FRANSSEN. BEGELEIDERS MARIAN MAASkANT EN HENNY LANTMAN. de kennis, de ervaringen, de problemen en de mogelijke oplossingen betreffende ondervoeding bij mensen met een vB, door middel van semigestructureerde interviews met artsen, diëtisten en woonbegeleiders van mensen met een vB. Het onderzoek liet zien dat artsen en diëtisten nog vaak onverwacht een geval van ondervoeding tegenkomen. De woonbegeleiders hebben de taak om ondervoeding te signaleren en cliënten te verwijzen naar de arts of diëtiste. Deze woonbegeleiders, die steeds minder een medische achtergrond hebben, weten echter niet waar ze op moeten letten en sturen enkel cliënten door als zij merken dat deze zijn afgevallen. De cliënten die ondervoed zijn, maar niet afvallen (omdat zij bijvoorbeeld een chronisch te laag gewicht hebben), worden niet herkend en verwezen. Sinds 2001 wordt er in Nederlandse ziekenhuizen en verpleeghuizen gescreend op ondervoeding. Ongeveer 1 op de 5 patiënten bleek ondervoed. Over ondervoeding bij mensen met een verstandelijke Beperking (vB) wisten we eigenlijk weinig. Bekend was dat een relatief hoog percentage aan ondergewicht leed; of deze mensen ook ondervoed waren, was niet bekend. Screening zou mogelijk in deze populatie ook zinvol zijn, maar er is geen screeningsinstrument beschikbaar dat toepasbaar is in deze specifieke groep. Het doel van mijn onderzoek was om inzicht krijgen in Een screeningsinstrument met een aantal risicofactoren voor ondervoeding, zou kunnen helpen de risicocliënten te signaleren. Artsen en diëtisten gaven aan op welke items er volgens hen gescreend zou moeten worden. Genoemd werden onder andere gastro-intestinale problemen, zoals reflux en obstipatie, en psychiatrische problemen. Aan de hand van deze lijst met risicofactoren kan er in de toekomst een screeningsinstrument ontworpen worden, welke uitwijst of cliënten een verhoogd risico lopen op ondervoeding en verwezen moeten worden naar een arts of diëtiste. Het werd mij tijdens mijn WESP-stage duidelijk dat er genoeg te verbeteren valt in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking! Nu er in het kader van autonomie steeds meer cliënten “in de wijk” terecht komen, wordt deze zorg meer en meer een taak van de (toekomstige) huisarts. Reden genoeg om de ontwikkelingen in dit vakgebied op de voet te blijven volgen! 59

60 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication