28

1e uitgave 2011 NHG-standaard PreventieConsult van start Gestructureerd opsporen lijkt beter dan case-finding DOOR MERIJN GODEFROOIJ AIOTHO & MARK SPIGT HOOFDONDERZOEKER ZORGINNOVATIES SGE NHG-standaard PreventieConsult Op 1 maart 2011 werd de NHG-standaard PreventieConsult gepubliceerd (1). Deze standaard biedt huisartsen handreikingen voor de structurele opsporing en preventie van hart- en vaatziekten binnen hun praktijk. Gelijktijdig verscheen een publicatie van Nielen et al. (2) over de landelijke voorstudie van het NHG PreventieConsult, over de te verwachten toestroom na implementatie hiervan. Hierin wordt gesteld dat in een normpraktijk, van de 480 uit te nodigen patiënten, er uiteindelijk 36 naar de praktijk zullen komen voor aanvullend onderzoek. Preventieconsult Stichting Gezondheidscentra Eindhoven (SGE) Parallel aan de ontwikkeling van het NHG PreventieConsult, is binnen SGE gestructureerde preventie van hart- en vaatziekten verricht. Binnen Gezondheidscentrum Woensel is in vijf praktijken een preventieconsult aangeboden aan ruim 1700 patiënten (3). Op basis van leeftijd werden patiënten uitgenodigd een korte vragenlijst in te vullen over hun gezondheid en leefstijl. Op basis hiervan werd een deel van de patiënten uitgenodigd voor bloed- en lichamelijk onderzoek in de praktijk om een gedetailleerde risicoschatting te kunnen maken. De te verwachten werklast die door Nielen et al. wordt geschetst, verschilt zeer met de ervaringen binnen SGE. Door een persoonlijke en actievere benadering van patiënten lag binnen SGE de respons fors hoger (75%). Ook het aantal patiënten dat op de praktijk gezien werd, lag beduidend hoger (72% van de hiervoor uitgenodigde personen) dan in de landelijke pilot van het NHG. Omgerekend naar de 480 patiënten uit het rekenvoorbeeld van Nielen, betekent dit voor een normpraktijk binnen SGE een consult op de praktijk bij 160 patiënten (zie tabel). Preventie Consult Norm praktijk NHG SGE 2350 2350 Uit te nodigen obv leeftijd 480 (20%) 480 (20%) Vult vragenlijst in 160 (33%) 360 (75%) Mogelijk verhoogd risico 100 (63%) 225 (63%) Verder onderzoek in praktijk 36 (36%) 160 (72%) Wanneer een huisarts kiest voor gestructureerde opsporing van hart- en vaatziekten, lijkt een hoge opkomst wenselijk. Hoe hoger de opkomst, hoe groter het verwachte gezondheidsbevorderend effect. Doordat zo een groot deel van de populatie in kaart wordt gebracht, is het makkelijker om de patiënten die niet meededen aan het preventie consult, tijdens routineconsulten op te sporen. Zowel huisartsen als praktijkondersteuners waren enthousiast over het preventieconsult in SGE. Ze hadden het gevoel dat de gestructureerde opsporing beter werkte dan case-finding, die toch vaak ad hoc plaatsvond. Veel patiënten waren ook enthousiast dat hun huisarts een dergelijke ‘gezondheidscheck’ aanbood, wat ook bleek uit de respons van 75%. Patiënten vonden het belangrijk dat hun huisarts niet alleen vraaggericht (of curatief) werkzaam is, maar ook aandacht heeft voor preventie. Deze SGE ervaringen zijn bemoedigend, maar demonstreren tegelijk dat het uitvoeren van een preventieconsult geen sinecure is. De hoge deelnamecijfers vereisen een goed voorbereide, gestructureerde implementatie met aansluiting op een degelijk, vooraf gedefinieerd vervolgbeleid voor opgespoorde patiënten. In dit licht werkt SGE samen met onze vakgroep aan een zorginnovatie cardiovasculair risicomanagement (CVRM). Doel is om een strategie te ontwikkelen voor gestructureerde opsporing en (preventieve) behandeling voor hart- en vaatziekten voor alle patiënten binnen SGE, waarbij het preventieconsult zo goed mogelijk moet aansluiten bij de behoeften en mogelijkheden van de dagelijkse praktijk. Tegelijkertijd moet een zorgproduct een evidence-based en kwalitatief hoogstaand zorgproduct zijn. De benadering van patiënten is daarbij heel belangrijk. Referenties 1. Dekker J, Alssema M, Janssen P, Van der Paardt M, Festen C, Van Oosterhout M, et al. NHG-Standaard Het PreventieConsult module Cardiometabool. Huisarts en Wetenschap. 2011 ;54(3):138-155. 2. Nielen M, Davids R, Bakker DD. Het PreventieConsult Cardiometabool risico. Huisarts en Wetenschap. 2011 ;54(3):121. 3. Kerkhof RMVD, Godefrooij MB, Wouda PJ, Vening RA, Dinant GJ, Spigt MG. Cardiometabole risicofactoren opgespoord met preventieconsult. Nederlands tijdschrift voor geneeskunde. 2010 ;(154):A1860. 28 op één lijn 39

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication