7

op één lijn 39 1e uitgave 2011 Conclusie Om gezamenlijke besluitvorming in te voeren, moeten artsen het kennen, kunnen, willen en écht doen. Hiervoor kunnen we denken aan scholing waarbij generieke scholing minder zinvol lijkt en dat scholing gekoppeld moet zijn aan een specifieke richtlijn met een relevante preferentiegevoelige aanbeveling. Artsen moeten gesteund worden door hun leidinggevende, en alle teamleden zouden dezelfde kennis en motivatie moeten hebben. De patiënt dient goed ondersteund te worden bijvoorbeeld door coachen door verpleegkundigen en goede keuzehulpen moeten voortdurend beschikbaar zijn. De richtlijn zou zeer gebruiksvriendelijk aangeleverd moeten worden, in een goede samenvatting voor artsen en in een patiëntenversie die naadloos aansluit bij de artsenversie. Het toepassen van richtlijnen in de dagelijkse praktijk is een dynamisch en patiëntgericht proces, waarbij beredeneerd afwijken van de richtlijnen juist de bedoeling is. Gezamenlijke besluitvorming, inclusief de keuzehulp, is hierin een belangrijke peiler, reëel en haalbaar, zonder een nieuw dogma te worden. Opleiders tweedaagse in Heeze Op 9 en 10 februari jl. vond in De Kapellerput in Heeze een tweedaagse plaats voor Huisartsopleiders van de Universiteit Maastricht. De dagen stonden vooral in het teken van de thema’s diagnostiek van onverklaarde klachten (huisartsvaardig heid) en het taakgerichte leergesprek (opleidersvaardigheid). Er werd ook volop geoefend in subgroepen. De opkomst was uitstekend en de sfeer was voortreffelijk. Paul de Breet, opleider uit Echt, kreeg als eerste van de opleiders het Lintje uitgereikt door Gerard Benthem. Het Lintje is gemaakt ter gelegenheid van de waardering voor het bezig zijn met kwaliteitsbeleid, de praktijkaccreditatie, een idee dat door Paul de Breet werd geopperd en is uitgewerkt door Gerard Benthem. 7

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication