11

3e uitgave 2011 Dit studiejaar zijn zoals altijd 40-45 huisartsen actief betrokken bij het onderwijs Geneeskunde in Maastricht. We hebben het dan over rollen als tutor in jaar 1 en 2, coach in jaar 3, deelname planningsgroepen en de 10 weekse HAB (Huisartsbegeleider) rol tijdens het coschap in jaar 5. Het Onderwijsinstituut stuurt ons in het voorjaar de zogeheten onderwijsaanslag. Het gaat hierbij om een structurele totaalvraag aan onderwijsrollen ter hoogte van 11 fte’s die ook door het Onderwijsinstituut gefinancierd wordt. Het betreft rollen in het curriculum Geneeskunde, AKO (4-jarige master tot arts-klinisch onderzoeker), ITM (International Track Medicine) en Gezondheidswetenschappen. Inmiddels maakt het contact met onze docenten essentieel deel uit van mijn weekinvulling. Ik werk 4 hele dagen waarop docenten vaak even binnen lopen. Die momenten vind ik heel waardevol, je leert docenten kennen en waarderen, vooral ook als persoon. Samen met kamergenoot Laury de Jonge, sectorhoofd basiscurriculum, probeer ik alle persoonlijke affiniteiten en ambities van onze huisartsdocenten te integreren in hun onderwijstaken. Er is ruimte voor inhoudelijke herzieningen van programma’s zodat de huisarts in een zo vroeg mogelijk stadium van de opleiding geneeskunde in beeld is en blijft. Onderwijs moet vooral leuk zijn! Docentprofessionalisering kan ondersteunend en stimulerend zijn voor een docent om een bepaalde lijn binnen haar of zijn professionele carrière in onderwijs uit te zetten. De professionaliseringsactiviteiten zijn erop gericht de onderwijsinhoudelijke en didactische competenties van docenten te ontwikkelen. De laatste 2-3 jaren merken we dat huisartsen die stoppen met patiëntenzorg in hun eigen praktijk, zeer gemotiveerde onderwijsgevers zijn. Zij putten uit een enorme jarenlange ervaring en dat spreekt de studenten enorm aan. Daarnaast proberen we de jongere, moderne huisarts enthousiast te krijgen om docent te worden zodat de club docenten gevarieerd blijft in brede zin. Naast de organisatie van het onderwijs in Maastricht door huisartsen, is het praktijkonderwijs (stages Huisartsgeneeskunde) mijn tweede uitdaging, aangezien er heel veel soorten zijn. Al deze studenten lopen vroeg of laat binnen hun opleiding stage binnen de vakgroep Huisartsgeneeskunde. Ik zal geen cijfers noemen, maar duidelijk is wel dat het totale aantal studenten binnen de diverse stagegroepen blijft groeien. De komende jaren staat ons een toename van 15% van het aantal studenten Geneeskunde te wachten. We praten dan over 400 studenten die allemaal opgeleid moeten worden tot basisarts. En met goede rolmodellen wil een hopelijk groeiend aantal van deze studenten zich later specialiseren tot huisarts (met alle consequenties voor het benodigd aantal opleiders). Zonder opleiders geen onderwijs! Waar het aantal deelnemende huisartsen aan het coschap de laatste jaren afnam door o.a. allerlei veranderingen binnen de praktijkorganisatie, zien we dit jaar een voorzichtig stijgende lijn. Gelukkig maar. Dat betekent immers dat we onze ‘vaste’ opleiders niet bij herhaling vragen er vooral ‘nog een extra’ te nemen. Aan welke toverformule deze stijging te danken is weet ik niet. Ik geloof niet in magie, dat is immers gezichtsbedrog. We stelden jullie huisartsen heel wat vragen over al dan niet deelname aan onderwijs en/of onderzoeksactiviteiten binnen de vakgroep Huisartsgeneeskunde. Ik vind het vooral interessant te weten waarmee we u als huisarts zouden kunnen prikkelen. Waarmee kunnen we jullie blij maken? Intern zien we optimale inzet van beschikbare opleidercapaciteit als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Samen met mijn collega’s van de Huisartsopleiding bespreken we zaken als de doorstroom: welke opleider heeft voldoende ervaring en ambieert een aios in de praktijk? Hoe pakken we dit samen aan om verlies aan co-plaatsen tot een minimum te beperken? Opleiders die even geen aios in de praktijk hebben (zwangerschapsverlof aios) gaan we steeds vaker enthousiast proberen te krijgen om (weer eens) een co te begeleiden. In het verlengde hiervan ligt het zogeheten aios-co model, waarbij de aios de begeleiding van de co overneemt van de opleider. Door efficiency en innovatieve modellen, proberen we de bezetting van de huisartspraktijk als voorziening zo optimaal mogelijk te benutten. Terugkijkend over de afgelopen 3 jaren vind ik dat de rol van onderwijscoördinator goed bij mij past. Ik houd van kritisch kijken naar bestaande zaken en ga problemen of veranderingen niet uit de weg. Ik pak ze aan en liefst zo snel mogelijk. Met dat tempo heb ik wel geleerd een beetje op te passen, niet zozeer omdat organisatorische veranderingen meestal van diverse factoren afhankelijk zijn, maar deels ook uit zelfbehoud. Voor je ’t weet wil je teveel tegelijk, doseren is ook een kunst. Persoonlijke contacten zijn voor mij heel waardevol. Communicatie is ontzettend belangrijk. Per mail kan een mens snel en veel zaken doen. Goed persoonlijk contact onderhoud je door regelmatig samen aan een tafel te zitten, door een goed gesprek te voeren met een kop koffie erbij. Mijn deur staat in elk geval open, koffie is er altijd, iedereen is welkom. 11 op één lijn 41

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication