25

op één lijn 41 3e uitgave 2011 van de zorgverlener staat nog te centraal. Maar het bevorderen van zelfmanagement betekent bijvoorbeeld ook dat de patiënt zo nu en dan zelf moet ervaren: dit is te hoog gegrepen voor mij. Om hun autonomie te kunnen behouden, moeten mensen soms tegen een grens aanlopen en beseffen: 'dit heb ik niet goed ingeschat. Ik moet het anders aanpakken'. Als zij dat kunnen, zullen zij waarschijnlijk langer in staat zijn thuis te blijven. Dat vergt een omschakeling in de manier van denken, zowel bij patiënt als zorgverlener. Ook voor zorgverleners is het lastig om die omslag te maken want als zij op voorhand aanvoelen: 'dit gaat fout, deze patiënt zal zichzelf tegenkomen', dan willen ze dat voorkomen. Die reactie is goed bedoeld en soms ook deels terecht als risico’s te groot worden, maar het beperkt de zelfredzaamheid, en het leervermogen inzake zelfmanagement van de patiënt. Training De pilot ZEN vond plaats binnen azM Herstelzorg ( julisept. 2011). In januari 2012 gaat het project officieel van start. De ZEN-werkgroep, geruggensteund door de cursisten die al de scholingen volgden, onderstreept het belang van de trainingen: want iedereen praat tegenwoordig wel over zelfmanagement, maar was is het concreet? Hoe bepaal je de mate van zelfmanagement van een oudere en hoe kan men daar op anticiperen? Dat leert men tijdens deze trainingen. Hoe kun je als zorgverlener je gesprekstechnieken aanpassen om de behoeften van de patiënt naar boven te krijgen? Het gaat erom de patiënt een spiegel voor te houden, zodat deze zelf met een oplossing komt voor wat kan en niet kan. Daarnaast leren de zorgverleners ook hoe zij te zijner tijd het ZEN-programma zo efficiënt mogelijk, na ontslag uit de azM Herstelkliniek, kunnen overdragen naar de eerstelijnszorg. Het uiteindelijke doel van ZEN is immers dat de patiënt ook op lange termijn, met de juiste hulp, zo lang mogelijk zijn autonomie kan behouden. Thuis, in de vertrouwde omgeving, omringd door het sociale netwerk en met de bekende huisartsenpraktijk. Met regie over het eigen leven! Vanaf volgende week starten we met nieuwe scholingen Motivational Interviewing en Zelfmanagement (met resp. cursusleiders van Lianne Daemen Trainingen en Vilans). Een daaropvolgende ronde scholingen vindt plaats omstreeks april 2012. Graag zouden we nog meer praktijkondersteuners en huisartsen hierbij betrekken. Scholingen worden u gratis aangeboden, u krijgt een certificaat, en we zijn druk bezig te kijken of we accreditatiepunten kunnen toekennen. Interesse: meld u aan! Wit u meer weten over het project ZEN en/of de scholingen en/of de nieuwsbrief? Neem dan contact op met dr. Inge Duimel-Peeters: inge.duimel@maastrichtuniversity.nl Uit de Huisartsopleiding De opleiding tot huisarts opnieuw beoordeeld DOOR JEAN MURIS, HOOFD HUISARTSOPLEIDING MAASTRICHT Dit voorjaar heeft een elektronische enquête plaatsgevonden onder huisartsen in opleiding in Nederland onder de titel: De opleiding tot huisarts opnieuw beoordeeld1. Een aantal uitkomsten wil ik jullie niet onthouden. Dit jaar werden 176 Maastrichtse aios aangeschreven van wie 81% respondeerden. De informatievoorziening scoort hoog t.o.v. de andere instituten in het land. In jaar 1 scoren we 'gemiddeld' op aspecten van het onderwijs door de huisartsopleider (hao). 1 Van der Velden LFJ, Batenburg RS. De opleiding tot huisarts opnieuw beoordeeld. Een onderzoek onder huisartsen in opleiding en alumni. NIVEL 2011. Een PDF bestand is te downloaden op: www.sboh.nl Wij vinden het belangrijk dat aios één op één worden geobserveerd hetzij direct door een opleider, hetzij via video. In Maastricht lijkt vooral de videotoetsing populair. De percentages lijken voor verbetering vatbaar. Ons advies is dan ook dat het faciliteren van observaties door opleiders of het inzetten van video landelijk sterk moet worden bevorderd. In het 2e jaar zijn de aios in de verpleegkliniek, eerste hulp en instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Hier wordt laag gescoord op de frequentie van leergesprekken en patiëntencontacten in bijzijn van de stagebegeleider. Hier ligt nog een duidelijk taak voor overleg met de stageopleiders. 25

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication