27

op één lijn 41 3e uitgave 2011 Puntig Warme vragen DOOR FELIX PUNT, GEDRAGSWETENSCHAPPER HUISARTSOPLEIDING Zaterdagmiddag: fijn mijn nieuwe Mac installeren! Maar jeetje, wat werd het een ramp. Nog nooit kostte het migreren van de gegevens van mijn oude Mac naar de nieuwe, mij zóveel kruim. Als ik aan het einde van de middag voor de vierde keer naar de helpdesk bel, vraagt de medewerker hoe ik eraan toe ben. Ik sta perplex. Na urenlang ploeteren sondeert Apple mijn gevoel! De dinsdag erna, op een terugkomdag, vertelt een aios hoe zij in het verpleeghuis voor het eerst heeft moeten besluiten om een van de bewoners niet meer verder te behandelen. 'Het was heftig, juist ook het besef dat je toch ergens over leven en dood beslist.' Na een paar seconden stilte buitelt de groep over haar heen. 'Maar ze had toch een bezinking van meer dan zeventig?' 'Heb je een foto van haar longen laten nemen?' 'Ze wilde het toch ook zelf?' Ik rem dan de trein en focus op datgene wat ze eigenlijk te berde bracht: het omgaan met de grote verantwoordelijkheid die je draagt als arts. Later op de dag toont een ander nog een video van een lastig consult. Al vanaf de eerste handdruk zien we een jonge man die lijdt onder de recente breuk met zijn vrouw. De aios doet zijn best om te achterhalen wat de diagnose moet zijn, maar als toeschouwer zit je op het puntje van je stoel, uitziende naar wat primair medemenselijk gevoel, een simpele stilte of een aardig gebaar. Het is enigszins karikaturaal wat hier ik beschrijf en bovendien zijn de laatste twee situaties gefingeerd. Maar ik voer ze op met de bedoeling om koude van warme vragen te kunnen onderscheiden. Koude vragen zijn overwegend inhoudelijk van aard en vaak op kennis c.q. onderscheid gericht. Het zijn goede vragen, behalve waar ze de stilte willen vullen en de naaktheid van het bestaan. In dat geval voel je je als patiënt toch echt niet gehoord en zoek je je heil maar verderop in het medische circuit. Warme vragen daarentegen richten zich doelbewust op de mens in de ander en het leven wat hij leidt. Deze vragen zijn persoonlijker, durven een onverwacht antwoord aan en reizen met de ander mee. Zij zijn minder op informatie dan op nabijheid gericht en hoeven niet altijd in de open vorm te worden gesteld. Ik wil niet verhullen dat ik van die warme vragen hou, mits de context daartoe aanleiding geeft. Dat laatste is niet altijd gemakkelijk in te schatten, zeker niet als de eigen onzekerheid ons parten speelt. Maar het is mijn overtuiging dat een aangeboden cure of care dieper reikt en effectiever is als zij, waar geëigend, warm durft te zijn. De mens is betekenisvoller dan alleen zijn medische kwaal en hij of zij reikt ons altijd twee adressen aan. Op ons rust de taak om op het goede moment bij de juiste deur aan te bellen. 27

28 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication