35

op één lijn 41 3e uitgave 2011 Bijzonder Bekwaam: DM Apollonius van Memphis: wie kent hem niet? DOOR HENDRIK JAN VUNDERINK, REDACTIE Tijdens de Hellenistische periode leefde collega Apollonius in wat wij nu Egypte noemen. Zo rond 250 voor Chr. gebruikte hij als kundig arts reeds al zijn zintuigen voor het stellen van zijn diagnoses. Met behulp van zijn smaakpapillen herkende hij, als eerste, patiënten die leden aan 'honingzoete doorstroming', ofwel, in zijn moedertaal, 'diabetes mellitus'. Er moesten hierna ruim twee millennia verstrijken, voordat bij dit ziektebeeld verdere stappen gezet werden. En zo komen we bij het jaar 1989, toen de internisten Rob Heine en Evert van Ballegooie in de Jaarbeurs te Utrecht een congres organiseerden, getiteld 'Diabetes mellitus type 2 in de jaren 90'. Doelgroep: vooral huisartsen. Het was zo druk bezocht en zo’n succes, dat in 1990 een reprise volgde. Ik denk, dat tijdens en door die congressen de aanzet is gegeven voor de migratie van deze ziekte van 2e naar 1e lijn. Handig was ook, dat ongeveer tezelfdertijd praktische glucosemetertjes uitgevonden werden. De huisarts kon aan de slag! Tien jaar later hadden de huisartsen de chronische zorg, en vooral die voor type 2 diabeten, definitief van de tweede naar de eerste lijn gehaald, en inmiddels wordt 80% van alle type 2 diabeten vanuit de huisartspraktijk behandeld. Die zorg bleek echter minstens zo complex als de aandoening zelf. Diabeteszorg hoort weliswaar tot de kerntaken van de huisarts, maar in toenemende mate is duidelijk geworden dat de gebruikelijke huisartsgeneeskundige aanpak voor patiënten met diabetes niet meer volstaat, en dat ketenzorg nodig is. Dat is niet meer door een individuele huisarts uit te voeren. Grootschalige aanpak en samenwerking met andere partijen zijn nodig om ervoor te zorgen dat de unieke waarde van diabeteszorg in de eigen huisartspraktijk voor de patiënten behouden blijft. Om hieraan op een gestructureerde wijze inhoud te geven, werden zorggroepen opgericht met DBC en praktijkondersteuners. Om organisatorisch en inhoudelijk steun te leveren aan deze nieuwe vorm van zorg was er behoefte aan eerstelijns expertartsen. Het Nederlands Huisartsen Genootschap heeft daarom in 2004 in samenwerking met DIHAG de kaderopleiding Diabetes voor Huisartsen opgezet. Kaderhuisartsen zijn de aangewezen personen om de deskundigheid van huisartsen/huisartspraktijken te bevorderen en daarmee de kwaliteit en inbedding van de diabeteszorg in de huisartspraktijk te vergroten. De eerste kaderopleiding DM was een co-productie van de VU Amsterdam (prof. Giel Nijpels), Utrecht (prof. Guy Rutten) en Nijmegen (dr. Wim de Grauw). Deelnemer van het eerste uur was Jan Palmen, huisarts in Heerlen. Jan Palmen Diabeteszorg had altijd al zijn speciale interesse, en in de regio Oostelijk Zuid Limburg bestond behoefte aan een eerstelijnsexpert als adviseur voor de diabeteszorggroep IDITOP. In 2008 werd Palmen in het CHBB geregistreerd als kaderhuisarts Diabetes. Zowel landelijk als regionaal is hij sindsdien buitengewoon actief. Landelijk binnen het NHG, de kerngroep DiHag, de stichting Langerhans en Huisartsopleiding Nederland. Regionaal deel uitmakend van de expertgroep. Concreet: beantwoorden van diabetes/insuline gerelateerde vragen van huisartsen en/of POH-ers via de mail, vraagbaak voor beleidsmedewerkers van de diabeteszorggroep, schrijven en beoordelen van regionale protocollen, ontwikkeling 35

36 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication