17

op één lijn 42 1 e uitgave 2012 Ervaringen vanuit het veld met De Maastricht Studie DOOR ROELF NORG, SENIORONDERZOEKER EN HUISARTS IN HAELEN De Maastricht Studie is nu op stoom gekomen. De meeste huisartsen uit Maastricht/Heuvelland hebben al enige ervaringen opgedaan met de manier van werken van dit grote diabetes-onderzoek van AZM, UM en de samenwerkingspartner de RHZ. Tijd voor een terugblik vanuit de positie van de huisarts ‘in het veld’. Jumpstart voor de DBC De laatste jaren is de cardiovasculaire zorg door de invoering van de DBC vasculair risicomanagement sterk verbeterd. In toenemende mate wordt aan mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten preventief onderzoek aangeboden en worden zij geprotocolleerd behandeld. Eén van de veelvoorkomende problemen met de implementatie van deze DBC is dat de doelgroep erg groot is. In sommige gevallen komt een kwart tot een derde van de praktijkpopulatie in aanmerking voor systematische behandeling in het kader van de DBC VRM. Met name het in kaart brengen van de deelnemers is een tijdrovend werk. ‘Is de inkaarting eenmaal volledig geschied, dan is de volgende fase, die van de behandeling en de follow-up een stuk gemakkelijker’, aldus de huisartsen Heg en Reitz. Zij zijn onlangs begonnen met een actie om hun patiënten van 40-75 jaar aan te moedigen deel te nemen aan De Maastricht Studie. ‘Het grote voordeel van dit onderzoek voor ons op dit moment is, dat we een compleet overzicht kunnen krijgen van alle relevante zaken met betrekking tot hun gezondheid. We kunnen dus met een ‘jumpstart’ beginnen aan de DBC. Hoewel wij onze patiënten grotendeels goed in kaart hebben, blijft een volledig risicoprofiel, een enorme klus. De realiteit is dat dat veel tijdsinvestering vergt. En dat komt er in de dagelijkse praktijk niet altijd van, zelfs niet met de hulp van een goede praktijkondersteuner’. Zo zien ze de voordelen van het uitbesteden van een deel van dit werk wel in. De Maastricht Studie biedt hen deze kans. Ruud Heg Gerton Reitz Aanvankelijke scepsis Aanvankelijk hadden de beide huisartsen best enige scepsis over De Maastricht Studie. ‘Het is een zeer ambitieus project. Het grote aantal deelnemers, 10.000, is natuurlijk uniek. Maar het zal ook niet gemakkelijk zijn die bijeen te krijgen.’ Bovendien zagen ze ook ‘dubbel werk’, waar De Maastricht Studie en de DBC CVRM elkaar overlappen. Daarnaast is veel van de chronische zorg typisch huisartsenzorg, die aangeboden moet worden binnen een langdurige behandelrelatie, dicht bij de patiënt. En dat moet zo blijven. ‘Wat dat betreft zijn de ervaringen met De Maastricht Studie positief’. De deelnemers komen terug met relevante rapporten, die één op één bruikbaar zijn in de dagelijkse praktijk. Uiteraard zijn die nog wel voor verbetering vatbaar. Met name als deze elektronisch aangeboden zouden kunnen worden, zouden ze daar een belangrijk voordeel bij hebben. ‘Zover is het nog niet, maar daar wordt aan gewerkt. Een dergelijk groot onderzoeksproject vergt een goede ICT infrastructuur. Daarbij zullen we de koppeling (via edifact) met het HIS van de huisartsen en – indien gewenst – Medix niet vergeten!’, zegt Roelf Norg, huisarts en lid van het management team van de Maastricht Studie. De gehele infrastructuur wordt stapje voor stapje uitgetest en opgebouwd. Pas als alles goed werkt, kan een nieuw onderdeel goed en veilig worden ingevoerd. Dat geldt ook – misschien wel in het bijzonder – voor de digitale infrastructuur van de (privacygevoelige) gegevens. Uitbreiding van de rapportage De huidige eindrapporten die de deelnemers mee naar huis krijgen beginnen langzamerhand steeds meer vorm te krijgen. De huisarts krijgt hiervan een uittreksel. Uitbreiding daarvan is mogelijk. ‘Daarbij is ook de input van de huisartsen van belang. Wat willen ze weten en wat niet? Dit wordt in overleg met de RHZ nader uitgewerkt’. Uiteindelijk: verbetering van zorg Zo komen we tot wel 30% meer mensen met onbekende hypertensie op het spoor. En toch ook nog een aantal onbekende COPD’ers en nieuwe diabeten. Die vroege opsporing biedt alle kansen tot verbetering van de zorg, aldus de huisartsen. In koor: ‘Daar gaan we voor!’ 17

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication