21

op één lijn 42 1 e uitgave 2012 Hierbij sluiten de volgende artikelen goed aan. In een onderzoek in de Gezondheidscentra Eindhoven toonden Merijn Godefrooij et al aan dat opsporing van patiënten met verhoogd cardiometabool risico in drie stappen een initiële respons had van 75% (1270/1704) en vervolgens een opbrengst had van 11% (145/1270) van de respondenten die in aanmerking kwamen voor behandeling. [Godefrooij et al, Fam Practice 2011; doi:10.1093/fampra/ cmr068] In dezelfde Eindhovense gezondheidscentra lieten Joris Linmans et al zien dat een ‘Beweegkuur’ voor diabeten en pre-diabeten geen klinisch relevante en geen statistisch significante effecten had op alle klinische uitkomstmaten die je kunt bedenken. [Linmans et al, BMC Family Practice 2011;12:95] Methodologisch was dit een interessant voorbeeld van hoe je met een statistische techniek (‘propensity score matching’) kunt corrigeren voor mogelijke ‘confounding by indication’ door de observationele opzet van dit ‘realworld’ huisartsgeneeskundig onderzoek. Tenslotte doen Tineke van Geel c.s. een voorstel voor secundaire fractuurpreventie bij 50-plussers die een eerste fractuur hebben doorgemaakt [van den Bergh et al, Nat Rev Rheumatol 2012; doi: 10.1038/nrrheum.2011.217]; schreven André Knottnerus, Geert-Jan Dinant et al. een scherp commentaar op een tendentieus artikel in het GeBu over de griepvaccinatie [Knottnerus et al, Medisch Contact 2011;66(48):2962-4]; schreef gasthoogleraar Peter Anderson een overzichtsartikel over welke maatregelen overheden ‘evidence based’ zouden moeten stimuleren om schadelijk gebruik van alcohol terug te dringen (voor de spreekkamer: vaak naar vragen en korte interventies) [Anderson, Sucht 2011;57(2):85-98]; en bedachten Ramos Feljandro et al een beslisboommodel voor studies naar de kosteneffectiviteit van primaire astmapreventie bij kinderen. [Ramos et al, BMC Medical Research Methodology 2011;11:50] Onderzoek Sil Aarts (promotie 13 april 2012) publiceerde een methodologische les over het gebruik van p-waardes. [Aarts et al, Eur J Gen Pract 2012;18:50-2] Marjan van den Akker was betrokken bij een vergelijking van incidentie- en prevalentiecijfers van een groot aantal ziektebeelden, zoals die geregistreerd worden in zes Nederlandse huisartsgeneeskundige registratienetwerken. Voor veel ziektebeelden bleken de verschillen groot. Ze konden bovendien niet afdoende verklaard worden door verschillen in sociaaldemografische kenmerken. Op netwerkniveau zijn de verschillen alleen klein voor de incidentiecijfers van coronaire hartziekten, diabetes en artrose. Onderzoekers die deze netwerken gebruiken, dienen bij hun berekeningen dus uit te gaan van netwerkspecifieke cijfers. [van den Dungen et al, BMC Public Health 2011:11:887] Tenslotte … • konden Marika Burda et al op basis van interviews met ervaringsdeskundige diabetespatiënten een lijst opstellen met 10 succesvolle gedragswijzen voor het omgaan van diabetespatiënten met hun ziekte bij sollicitatieprocedures en tijdens hun werk; [Burda et al, JOEM 2012;54:92-100]; en • was Marjan van den Akker betrokken bij een kwalitatief onderzoek dat liet zien dat huisartsen vaak een afwachtende, reactieve opstelling hebben naar patiënten na een behandeling voor kanker. [Geelen et al, Huisarts Wet 2011;54(11):587-90] European General Practice Research Network (EGPRN) 10-13 mei 2012 in Ljubljana, Slovenië Thema: ‘Vocational Education and Training in Quality Improvement’. 18-21 oktober 2012 in Antwerpen, België Thema: ‘Research on Patient-Centred Interprofessional Collaboration in Primary Care’. Deadline abstracts: 30 juni 2012 16-19 mei 2013 in Antalya, Turkije Thema: ‘Risky Behaviours and Health Outcomes’. Deadline abstracts: 15 januari 2013 17-20 oktober 2013 in Londen, Groot-Brittannië Meer informatie www.egprn.org of http://meeting.egprn.org/home Hanny.Prick@hag.unimaas.nl 21

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication