34

op één lijn 42 1 e uitgave 2012 lichamelijk klachten (SOLK), de zogenaamde zeurpieten, veel minder moeilijk is gaan vinden, en dat haar nieuwsgierigheid naar iemands motivering om bepaald gedrag niet te veranderen, nog verder is toegenomen. Analoog aan de DiHag, de vereniging van kaderhuisartsen diabetes, is nu ook de PsyHag opgericht. De jaarlijkse verenigingsbijeenkomst wordt gedurende enkele dagen in Frankrijk gehouden, en dat is ook nog een aardige spin-off van de opleiding. Er zijn nog veel kaderhuisartsen GGZ nodig, niet in het minst nu door het huidige bezuinigings-, hervormings-, ombuigings- of ander ondoordacht beleid steeds meer mensen losgeslagen rondlopen die daar eigenlijk te gek voor zijn. Want uiteindelijk is de huisarts het laatste vangnet in de zorg voor patiënten die dan onvermijdelijk vastlopen. Graag geef ik u dan nog mee, dat verse kaderhuisarts Priska Israel de opleiding ziet als optimale burn-out preventie: zeurpieten blijken ineens paradijsvogels. Enthousiast geworden? www.chbb.nl Puntig Writer’s Block DOOR FELIX PUNT, GEDRAGSWETENSCHAPPER HUISARTSOPLEIDING Writer’s Block: een aandoening in vele gradaties. In milde vorm kennen we het sinterklaasgedicht dat maar niet lukken wil. Ernstiger is het als de voorbereiding van een lezing maar niet vlotten wil. Ik had ooit een baan waar ik in nood altijd kon putten uit zogenaamde ‘preektijdschriften’ (neen, er ís niets nieuws onder de zon). Maar het beste praatje verzon ik daar eens ter plekke en spontaan. ‘Maar zo begin je toch geen column over excelleren!’, riep ik zojuist tegen mijzelf. Ik had mij voorgenomen om over mijn promotieonderzoek te gaan schrijven. Op gebruikelijke wijze had ik een week geleden spitse ideeën en gedachten verzameld om vervolgens broeds en uiteindelijk hoogzwanger vandaag een mooi schrijfsel te gaan produceren. Maar niets, nada, mijn schoot blijft dor. En ik zucht hier nu achter mijn laptop en denk: ‘Zouden ook excellente artsen het wel eens niet weten?’ Vanaf december jl. onderzoek ik hoe we via onderwijs en praktijkbegeleiding méér aios tot professioneel excelleren kunnen bewegen, dan nu op spontane wijze gebeurt. Een uitermate boeiende en spannende aangelegenheid, niet in het minst vanwege het feit dat er nagenoeg niets is geschreven over uitblinken in relatie tot de huisartsenij. Überhaupt komt excelleren er in de medische literatuur bekaaid vanaf en lijkt men vooral geïnteresseerd in de gemiddeld-goede student en het kunnen wegvangen, waar nodig, van de ónprofessionaliteit. Maar dat is eigenlijk heel erg jammer. De excellente aios is immers de voortrekker van morgen en hij of zij is het plezierige pareltje in een cultuur die nog steeds vooral rond zesjes is opgebouwd. In dat laatste komt overigens langzaam wel wat verandering. Zo investeert 34 de overheid tegenwoordig in excelleren binnen het voortgezet en hoger onderwijs. Als zodanig sluit mijn onderzoek naar de postgraduate fase daar waarschijnlijk goed op aan. Wat heb ik in vier maanden ontdekt? Ik stuit op allerlei mooie definities van professionaliteit, opgesteld door geleerde commissies die (vooral) hun ideaal op papier hebben gezet. Ik merk op dat opleidingen hun eigen studenten graag ‘excellent’ noemen terwijl het in feite voldoendes betreft (ongeveer zoals veel ouders momenteel hun kind de hemel in prijzen). Een belangrijke rol binnen excelleren is waarschijnlijk weggelegd voor de zogenaamde (van de beroepsspecifieke te onderscheiden) generieke competenties, waardoor ik ook zal gaan lenen bij andere beroepsvelden, zoals: de arbeid- en organisatiepsychologie. Het competentiemodel is overigens niet zaligmakend, zoals je een pianist ook niet slechts meet naar de loopjes die hij presteert. En hangt iemands excelleren samen met zijn publiekelijk succes? Een boeiende optie die impliceert dat een Vincent van Gogh vooral postuum maar niet bij leven excelleert. U ziet: ik ben er nog niet uit. En het is ook maar de vraag of datgene wat ik geschreven vind, zomaar van toepassing is op het Nederlandse huisartsenland. Ik voorzie dus ook een kwalitatieve ronde langs opleiders waarbij een van de vragen zal zijn: wat beschouwt ú nu als excellent? Mogelijk dat u het aanvankelijk even niet weet. Maar even later komen de antwoorden wel – ter plekke en spontaan.

35 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication