18

op één lijn 43 2e uitgave 2012 differentiële diagnosen van patiënten die mogelijk een DVT hebben. Van de ruim 1000 patiënten die verdacht werden van een DVT – dat wil zeggen waarbij de huisarts voor de zekerheid een beslisregel toepaste en een pointof-care d-dimeer test uitvoerde - hadden er uiteindelijk 138 een trombose. Wat hadden de overigen dan? De Top-4 bestond uit spierscheur/hematoom (kleine 20%), veneuze insufficiëntie (15%), erysipelas (ruim 10%) en oppervlakkige tromboflebitis (ruim 10%). Minder vaak kwamen voor: lymfeoedeem, Bakerse cyste, jicht of een tumor in het kleine bekken. In het AMUSE-1 onderzoek werden ook klachten, symptomen en risicofactoren voor DVT verzameld. Voor de Top-4 werd gekeken naar de samenhang met die kenmerken. De details moet u maar in het artikel zelf lezen, enkele punten geef ik u hier. Een spierscheur in het been onderscheidt zich van de andere diagnosen vooral door het ontbreken van kenmerken: géén lokale zwelling, géén zwelling van het gehele been, géén roodheid en de afwezigheid van risicofactoren voor trombose. ‘Pijn’ is vooral een kenmerk van tromboflebitis en spierscheur, ‘zwelling’ is typisch voor erysipelas en DVT, terwijl ‘roodheid’ in het bijzonder voorkomt bij erysipelas (de naam zegt het al) en tromboflebitis. [ten Cate-Hoek] Marjan van den Akker coördineert namens onze vakgroep het onderwijs in het zesde jaar, u weet wel, de ‘GEZPen’ en ‘de WESPen’. In een Engelstalig artikel in een Duits artsenblad legt zij nog eens uit waarom en hoe de UM dit is gaan doen. De vakgroep Huisartsgeneeskunde en haar academische praktijken bieden 19 WESP- en 4 GEZP-stages aan en staan daarmee op plaats 8 in de ranglijst, die wordt aangevoerd door de chirurgen (113 stages) en internisten (74 stages). GEZP-studenten vinden dat ze soms teveel verantwoordelijkheid krijgen en WESP-studenten vinden dat hun begeleiders harder moeten proberen het minder druk met andere zaken hebben. [van den Akker] Job Metsemakers mocht vorig najaar een ‘key-note lecture’ houden voor de Turkse evenknie van het NHG, TAHUD, en doet daarvan verslag in het Turkse huisartsenblad (Nee, in het Engels). Hij legt uit hoe de Nederlandse gezondheidzorg in elkaar zit, beschrijft de Nederlandse huisartsopleiding, en vergelijkt voortdurend hoe dit in Turkije is. De Turken hebben nog geen eenduidige voorwaarden geformuleerd waaraan artsen moeten voldoen om zich ‘huisarts’ te mogen noemen. Er zijn nu te weinig artsen gespecialiseerd als huisarts om al het eerstelijnswerk te kunnen doen. Toch pleit Job voor duidelijkheid: spreek een overgangsdatum af waarna voor iedereen dezelfde eisen gelden, zorg dat de huisartsenopleiding minimaal voor de helft in de eerstelijn plaatsvindt en zorg voor een goede samenwerking tussen huisartspraktijken en de universiteit. [Metsemakers] Onder de hoede van Geert-Jan Dinant werd een kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder Keniaanse huisartsen, hun collega’s en beleidsmakers naar wat zij verwachten van 18 huisartsen en welke problemen ze tegenkomen. Los van de Keniaanse details vond ik het opmerkelijk hoe herkenbaar de opvattingen van de Keniaanse collega’s zijn. Waarom huisarts worden? De breedte van het vak en betekenis hebben voor de gemeenschap. Wat is huisartsgeneeskunde? Geïntegreerde zorg, longitudinaal, in de wijk. De huisarts zou ook regisseur van de lokale zorg moeten zijn, die waar nodig verandering op gang brengt. Het artikel maakt verder duidelijk dat de rol van de huisarts in Kenia nog onvoldoende verankerd is, dat de opleiding beter moet worden afgestemd op het toekomstige werk, en dat schaarste aan middelen het verwezenlijken van idealen in de weg staat. [van der Voort] Verder … • publiceerde Jolien Boesten met anderen een studie over – het vanwege ernstige mentale bijwerkingen van de markt gehaalde – Rimonabant bij patiënten uit de huisartsenpraktijk: de biologische voordelen (verbeteringen in gewicht, HDL) gingen gepaard met achteruitgang van de kwaliteit van leven; de positieve effecten waren kleiner dan uit eerdere trials was gebleken [Boesten] • maakt ondergetekende zich in een Editorial op beschaafde wijze kwaad om het schijnbare onbegrip onder politici van kernwaarden van de huisartsgeneeskunde (geïntegreerde, persoonlijke, continue zorg) getuige recente voorstellen voor meer ‘marktwerking’ in de eerstelijn. [Stoffers] Referenties • Ten Cate-Hoek AJ, van der Velde EF, van Weert HCPM, Moons KGM, Büller HR, Hoes AW, Joore MA, Oudega R, Prins MH, Stoffers HEJH. Common alternative diagnoses in general practice when deep venous thrombosis is excluded. Neth J Med. 2012;70:130-135. • Van den Akker M, Dornan T, Scherpbier AJJA, oude Egbrink MGA, Snoeckx LHEH. Easing the transition: the final year of medical education at Maastricht University. Z. Evid. Fortbild. Qual. Gesundh. wesen (ZEFQ) 2012; 106:92-97. • • Job FM Metsemakers. Family medicine training in Turkey: some thoughts. Türk Aile Hek Derg 2012; 16:23-34. Van der Voort ChTM, van Kasteren G, Chege P, Dinant GJ. What challenges hamper Kenyan family physicians in pursuing their family medicine mandate? A qualitative study among family physicians and their colleagues. BMC Family Practice 2012, 13:32. • Boesten JE, Kaper J, Stoffers HE, Kroon AA, van Schayck OC. Rimonabant improves obesity but not the overall cardiovascular risk and quality of life; results from CARDIO-REDUSE (CArdiometabolic Risk reDuctIOn by Rimonabant: the Effectiveness in Daily practice and its USE). Fam Pract. 2012 Mar 1. • Stoffers J. Evidence, the basis for practice … and politics! Eur J Gen Pract. 2012;18:1-2. Jelle Stoffers is (ook) Chief-Editor van de European Journal of General Practice (EJGP). Vol trots liet hij weten dat het blad nu een impactfactor heeft behaald van 1.13. Hiermee staan ze (al) op de 8e plek van de 14 Europese toptijdschriften in Primary Care.

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication