30

op één lijn 43 2e uitgave 2012 Gezondheidsrechterlijke kwesties Wanneer is samenwerking in de zorg voldoende? DOOR MR. ARIE DE JONG, HUISARTS IN GOIRLE Slechte samenwerking tussen collega-artsen, problemen tussen arts en assistente of opleider en aios kunnen tot een hoop irritatie en slapeloze nachten leiden met bederf van werkplezier tot gevolg. Als het ook nog de professionele werkhouding en communicatie verstoort, kunnen er slachtoffers vallen, zoals recent weer is gebleken bij de sterfgevallen in het Maaslandziekenhuis te Rotterdam door een langdurig aanwezige resistente Klebsiella bacterie, onder andere door slechte communicatie tussen afdelingen. Het kan echter overal mis gaan als de samenwerking, door welke oorzaak dan ook, te wensen overlaat. Ter illustratie, een klein overzicht uit de tuchtrechtelijke jurisprudentie met als doel te leren van het verleden en te begrijpen waarom samenwerking beter moet en kan en hoe het verleden ons daarbij kan helpen. Tuchtrechtelijke jurisprudentie In 1994 overleed een tweeling in het ziekenhuis door slecht samenwerkende gynaecologen die zowel intern als extern nauwelijks communiceerden1. In 1995 overleed een vrouw aan de complicaties van een gynaecologische operatie in het ziekenhuis door slechte overdracht en slechte verhoudingen binnen een gynaecologen maatschap2. In 2004 overleed een patiënt aan een gemist hartinfarct doordat een doktersassistente, tegen het protocol in, zelfstandig een pijn-op-de-borst-klacht afhandelde zonder overleg met de huisarts3. In 2005 overleed er een patiënt door 4 achtereenvolgende fouten van verpleegkundigen in de post operatieve pijnstilling door gebrek aan controle4. Check en dubbel check was het advies van de tuchtrechter. In 2005 overleed er baby aan meningococcensepsis door onvoldoende overdracht en herhaaldelijke triage op de huisartsenpost5. Er kwamen richtlijnen hoe om te gaan met herhaalde hulpvragen. In 2005 overleed een man ten gevolge van een hartinfarct doordat de huisarts van de huisartsenpost de getriageerde diagnose acuut coronair syndroom zonder deugdelijk onderzoek verliet6. Het advies was: verlaat nooit een diagnose zonder deugdelijk onderzoek, maar in een andere uitspraak was het advies 1 RTC Eindhoven 12-09-1994 2 RTC Amsterdam 23-10-1995 3 CTG 01-02-2005 4 RTC Amsterdam 03-01-2006 5 CTG 30-05-2006 6 RTC Zwolle 14 december 2006 30 om niet klakkeloos op de voorgaande diagnose te varen bij een herhaalde hulpvraag, zonder eigen onderzoek7. In 2008 overleed er een patiëntje met spina bifida na een KNO-ingreep. Het centraal tuchtcollege stelde naar aanleiding daarvan regels op voor een hoofdbehandelaar8. De belangrijkste waren regie houden, voor tijdens en na de operatie, en centraal aanspreekpunt zijn voor de patiënt en diens familie. In 2010 overleed een baby na een gemiste uterusruptuur door ruzie en onprofessioneel gedrag tussen een verloskundige en een gynaecoloog9. Ruzie mag, maar de zorg mag er onder geen enkele voorwaarden onder lijden. Verder is er een breed scala aan uitspraken waarbij de samenwerking te wensen overlaat. Opleiders laten te veel verantwoordelijk bij de aios en geven onvoldoende supervisie10. In de verticale verantwoordelijkheidsverdeling laten artsen teveel aan verpleegkundigen over11. Nieuwe realiteit Er zijn toenemende veranderingen in de zorg door nieuwe samenwerkingsverbanden zoals hoeden, huisartsenposten, coöperaties van zorg, zorggroepen, maar ook nieuwe zorgverleners, zoals praktijkondersteuners, nurse practitioners en physician assistants met de daarmee samenhangende veranderende verantwoordelijkheidsverdelingen en taakherschikkingen. Hoe zit het met de verticale verantwoordelijkheid en horizontale verantwoordelijkheid, wie is hoofdbehandelaar en bestaat deze rol nog? Vanuit de psychologie weten we dat hoe meer mensen er betrokken zijn, hoe minder het persoonlijke verantwoordelijkheidsgevoel en hoe meer je aan je hoofd hebt, hoe minder de aandacht voor andere zaken. KNMG In 2010 heeft de KNMG, met ander beroepsorganisaties12, een Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg uitgegeven om tot een betere samenwerking te komen. Deze handreiking zal in 2013 geëvalueerd worden en waarschijnlijk gaan gelden als toetsingsinstrument voor de kwaliteit van samenwerking in de zorg. 7 CTG 31-08-2006 8 CTG 01-04-2008 9 RTC Amsterdam 07-06-2011 10 CTG 13 april 2010, CTG 06-01-2011, CTG 06-01-2011, CTG 26-07-2011 11 CTG 22-07-2010 12 V&VN, KNOV, KNGF, KNMP, NIP, NVZ, NFU, GGZ Nederland, NPCF

31 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication