38

op één lijn 45 1 e uitgave 2013 Gezondheidsrechterlijke kwesties Disfunctioneren DOOR MR. ARIE DE JONG, HUISARTS IN GOIRLE Arie de Jong Op het werk en aan de borreltafel gaat het vaak over misstanden in de sportwereld. Dopingzondaars zoals Lance Armstrong leveren uren televisie en uitgebreide rapportages in kranten en tijdschriften. Vaak ver van mijn bed. Geruststellend dat je als tourwielrenner nu begrijpt waarom je er wat langer over doet dan voorheen om de Mont Ventoux te beklimmen. We leven rustig met de gedachten dat iedereen het wel wist of vermoedde. Maar niemand deed zijn mond open: de omerta van het wielrennen! Niemand deed wat. Nu de beerput opengaat, bleek het hele systeem op de hoogte inclusief de UCI1. De UCI die hematocrietwaarden boven de 50% een gezondheidskwestie vond en een hematocrietvakantie van 15 dagen inlaste2. Gênanter wordt het wanneer in de wetenschap wordt gefraudeerd. Diederik Stapel kon jaren zijn gang gaan en maakte er goede sier mee. Een van de conclusies van de commissie Levelt, die dit bedrog onderzocht, was: “Belangrijker dan de fraude van Stapel is echter dat in de wetenschappelijke wereld niemand aan de bel heeft getrokken over rare dingen in Stapels publicaties, het hele systeem, van laag naar hoog, heeft gefaald. Dat is onze schokkende conclusie.”3 Veel verschil met de wielerwereld? Met Ernst Jansen Steur is nu ook de medische wereld internationaal in opspraak. Een verslaafde arts die in zijn megalomanie mogelijk ook nog schade aan anderen aangericht heeft. Ernst Jansen Steur is natuurlijk niet de eerste arts die disfunctioneert en tegen de lamp loopt4. Net zo min als Lance Armstrong de eerste dopingzondaar zou zijn of Diederik Stapel de eerste frauduleuze wetenschapper. Wat ze verbindt, is dat ze jaren in hoog aanzien stonden binnen hun beroepsgroep, daar openlijk erkenning voor kregen en zo lang hun gang konden gaan. Macht? Hoe zit het dan met ons medische 1 Union Cycliste Internationale 2 De Wielermaffia, 2012, Tyler Hamilton en Daniel Coyle, hoofdstuk 3. 3 Falende wetenschap: De frauduleuze onderzoekspraktijken van sociaalpsycholoog Diederik Stapel ,Commissie Levelt, Commissie Noort, Commissie Drenth 28 november 2012 4 Neem alleen het nieuws van de laatste weken: het Ruwaard van Putten ziekenhuis, eerst de cardiologen en nu de anesthesisten, zie MC 68, no 6, 7 februari 2013, 306-309, een neuroloog in het Amphia ziekenhuis in Breda, NOS 11-02-13. systeem: is er ook sprake van collectief falen en hebben we allemaal boter op ons hoofd? Bestaat er een medische omerta? Wie wil klokkenluider zijn? Uit de bouw- en vastgoedfraude weten we hoe het met zo iemand kan aflopen5. Is er een regeling? Zijn er wettelijke regels? In de WGBO staat dat ‘je de zorg moet betrachten van een goed hulpverlener, handelen met de op hem rustende verantwoordelijkheid voortvloeiend uit de voor hem geldende professionele standaard6’. Lance Armstrong en zijn collega’s hielden zich naar hun mening ook aan de professionele standaard. EPO mag, als je hematocriet maar niet hoger is dan 50%, en de UCI gedoogde. In de bouwfraude was het verweer ook dat iedereen het zo deed. Is dat de standaard? Er is nog een KNMG gedragsregel waarin de verplichting staat dat de individuele arts zich toetsbaar opstelt7. Dit is formeel vastgelegd in het KNMG-Kwaliteitsmanifest (2002) en verder uitgewerkt in het KNMG-standpunt functioneren individuele arts (2005). In dat Kwaliteitsmanifest is een definitie opgesteld wat disfunctioneren inhoudt: ‘een structurele situatie van onverantwoorde zorg, waarin een patiënt wordt geschaad of het risico loopt te worden geschaad, en waarbij de betreffende arts/medisch specialist niet (meer) in staat of bereid is zelf de problemen op te lossen’. Disfunctioneren komt vaak duidelijk aan het licht als artsen gaan samenwerken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN) en de Orde van Medisch Specialisten (OMS) als eerste uitvoering hebben gegeven aan het KNMG standpunt van 20058. 5 Ad Bos van Koop Tjuchem, 2011 6 Boek 7 BW, ‘de WGBO’ art. 453 7 KNMG gedragsregel, I.6 De arts is bereid zich te verantwoorden en zich toetsbaar op te stellen. Leidraad bij deze toetsing is het criterium ‘algemeen onder beroepsgenoten gebruikelijk’, zoals dat onder meer geoperationaliseerd is of moet worden door de erkende wetenschappelijke vereniging. (2002) 8 Onder andere met gesprekken over het individueel functioneren (IFMS) en het opnemen van het IFMS in het nieuwe model toelatingsovereenkomst 38

39 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication