30

op één lijn 46 2e uitgave 2013 Onderwijs AIOS Alcohol geen probleem, dokter?! DOOR WILMA NOTEBORN, STAFMEDEWERKER RE-SET LEEFSTIJLVERBETERING EN DIEDERD KRONJEE, HAB PSYCHISCH BLOK HUISARTSOPLEIDING Hebt u het afgelopen jaar wel eens op één dag 4 of 5 eenheden alcohol gedronken? Met deze vraag start het 2,5 uur durend onderwijsprogramma dat Re-Set Leefstijlverbetering (onderdeel van Mondriaan GGZ) regelmatig verzorgt voor de tweedejaars aios huisartsgeneeskunde. In dit artikel beschrijven wij de inhoud van dit programma over het belang van vroegsignalering van problematisch alcoholgebruik in de huisartspraktijk en de reacties van de deelnemende aios (kader). Signaleren De huisarts herkent slechts 10-30% van de geschatte 200 probleemdrinkers (per normpraktijk). Niet zo vreemd, want deze patiënten melden zich doorgaans niet met een alcoholprobleem maar met vage klachten zoals algehele malaise, moeheid, stress of maag-darmklachten. De gemiddelde huisarts heeft weinig succesverhalen over de behandeling van alcoholverslaving. Als de huisarts namelijk wacht tot een patiënt of naaste aan de bel trekt, is er vaak al een forse verslaving. De kansen voor een geslaagde behandeling zijn dan helaas klein. Terugval, liegen en bedriegen, bagatelliseren van probleem en van eigen verantwoordelijkheid zijn kenmerken van een alcoholist, volgens de aios. Vroegtijdig ingrijpen kan effectief zijn. In recent onderzoek werd een ‘number needed to treat’ (NNT) van 8 vastgesteld. Ter vergelijking, bij stoppen met roken is het NNT 20. One shot Tijdens het onderwijsprogramma plaatsen de aios kritische kanttekeningen bij de NHG-standaard ‘Problematisch alcoholgebruik’. De genoemde signalen duiden niet specifiek op problematisch alcoholgebruik of er is geen sprake meer van vroegtijdige herkenning, maar van alcoholafhankelijkheid. Het lijkt beter om alcoholgebruik te verweven in de algemene leefstijlanamnese of om een verband te leggen tussen alcoholgebruik en de vage klachten. Hiermee wordt geoefend tijdens het rollenspel met een trainingsacteur. Slechts 1 vraag waarmee het programma start, kan volstaan om problematisch gebruik te signaleren, mits voldoende wordt doorgevraagd naar de mate en de functie van het gebruik. 30 Motiverende gespreksvoering Ook motiverende gespreksvoering (MG) komt aan bod waarbij de hulpverlener zijn natuurlijke ‘reparatiereflex’ moet onderdrukken. De meeste hulpverleners zien al gauw wat de patiënt verkeerd doet en willen dit gedrag zo snel mogelijk veranderen. Bij MG onderzoekt de hulpverlener de mogelijkheden van gedragsverandering en probeert redenen voor gedragsverandering aan de patiënt te ontlokken. Bij MG is het niet aan de hulpverlener om de problemen op te lossen, maar om veranderingskracht op te sporen en te versterken. Ook dit wordt met de acteur geoefend. Een valkuil voor veel hulpverleners is te snel aansturen op stoppen met gebruik. Aan de hand van gedragsveranderingsstadia van Prochaska en Diclemente leren aios dat er al veel bereikt is als de patiënt de spreekkamer verlaat met een vraagteken over zijn gebruik in zijn achterhoofd. Vrijwel niemand beslist in een gesprek van 10 minuten om nooit meer alcohol te drinken. In de praktijk In een recent promotieonderzoek bekeek Noordman (Radboud Universiteit) de communicatie over leefstijl in de huisartsenpraktijk op video’s van alledaagse consulten tussen 1975 en 2011. In deze periode heeft preventie geleidelijk meer aandacht gekregen en dat is ook terug te zien in de praktijk. In gesprekken over drinken, roken, bewegen en voeding wordt vooral over de laatste drie vaker gesproken dan vroeger. Het aantal gesprekken over alcoholgebruik is nagenoeg gelijk gebleven. Het onderzoek toont aan dat huisartsen vooral algemene informatie en adviezen geven en een directieve benadering kiezen. De communicatievaardigheden van huisartsen en POH blijken over het algemeen goed, maar gesprekken over leefstijl kunnen beter. MG wordt nauwelijks gebruikt. Eigen attitude De aios worden ook aangespoord na te denken over de relatie tussen hun eigen alcoholgebruik en de bereidheid om problematisch alcoholgebruik bij patiënten bespreekbaar te maken.

31 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication