op één lijn 46 2e uitgave 2013 Afshin Hooshiaran Dit geldt evenzeer voor menige Nederlander met bijvoorbeeld een christelijke achtergrond’, aldus Afshin. Hij vervolgt: ‘Een ziek lichaam is meer dan een kapotte auto. Ziekte en gezondheid hebben niet alleen mechanistische oorzaken en achtergronden. Vanuit de islam is God de genezer. Dit maakt de arts in de islamitische traditie een beetje heilig, óók als deze een ander geloof aanhangt. Deze benadering maakt ruimte voor alternatieve geneeskunde die soms ongewenste resultaten geeft maar uitdrukkelijk ook ruimte maakt voor meer acceptatie en meer hoop op genezing. Dit perspectief blijkt een gelukkig makende factor te zijn die een positieve rol kan spelen bij het ziekte – en genezingsproces’. Afshin wijst erop dat dit ook in de literatuur terug te vinden is2. Hij stelt dat naarmate de eerste generatie immigranten ouder wordt, vaak andere accenten van belang worden zoals bij het bieden van zorg bij allochtone chronische mensen. ‘Vaak zijn beschikbare faciliteiten zoals verzorgingshuis of logeerhuis niet gewenst binnen het concept van een niet-westerse familie’. Positie van de huisarts De positie van de huisarts in het gezin van de patiënten is in Iran enigszins anders dan die in Nederland. Hij/zij maakt in Iran meer deel uit van het gezin. Als de huisarts het gezin thuis bezoekt, doet de vrouw des huizes niet haar hoofddoek om ter bevestiging van de vertrouwelijke band met de huisarts. Hij of zij wordt eerder beschouwd als broer of zus met een speciale positie dan als professionele buitenstaander. Dit betekent dat de problemen in het gezin voor een deel ook gezien worden als het persoonlijke probleem van de betrokken huisarts. Op het continuüm van betrokkenheid-distantie is de Iraanse huisarts meer betrokken en heeft de Nederlandse huisarts meer distantie. Het was voor Afshin een geruststelling om te ontdekken dat dit spanningsveld ook voor Nederlandse huisartsen soms problematisch kan zijn. Natuurlijk zijn er verschillen in de stromingen en diverse denkbeelden binnen het islamitische geloof die doorwerken in opvattingen over gezondheidsinterventies maar dit komt niet vaak ter sprake tijdens het consult of visite. Eenzelfde diversiteit vinden we volgens Afshin binnen het christelijke geloof en andere levensovertuigingen. Hij verwijst naar de recente uitbraak van mazelen in de Nederlandse Bible-belt. Multiculturele oriëntatie Afshin geeft aan dat zijn verhuizing van Iran naar Nederland, zijn integratie én zijn aanvullende medische opleiding in dit land bijgedragen heeft aan zijn multiculturele oriëntatie. Hij ervaart dit als een persoonlijke en professionele verrijking en voelt zich daarenboven geaccepteerd door allochtone en autochtone patiënten. In Nederland is Afshin er bewuster van geworden dat kennis van onderscheiden religies en levensvisies in samenhang met ziekte/gezondheid en gedrag, de relatie met de patiënt en diens ziekteproces ten goede komt. Hier komen we ook op het niveau van betekenisgeving aan het dagelijks functioneren, ziekte/gezondheid en beleving van lijden, verdriet en vreugde. Dit is essentieel wat Afshin betreft. Aan deze (derde) pijler van succesvol handelen van de huisarts mag volgens hem in de medische opleiding vanuit een transcultureel perspectief meer systematisch aandacht besteed worden. Heikele kwesties Dit perspectief snijdt volgens hem ook en vooral hout bij klassieke heikele kwesties als abortus, euthanasie en homosexualiteit. In de Iraanse cultuur zijn deze onderwerpen taboe. In de traditionele islamitische wereld wordt euthanasie niet zelden beschouwd als perfecte moord. Hij heeft zelf moeten wennen aan de culturele overgang als mens en als arts en zijn eigen positie hierin opnieuw moeten bepalen. Omdat patiënten kennelijk niet altijd weten wat zij van hem – als van oorsprong buitenlandse arts – inzake deze kwesties mogen verwachten, komt dit wel eens voorzichtig ter sprake. Een reden waarom zijn spreekuur soms uitloopt. Afshin stelt dat hij over deze onderwerpen genuanceerder is gaan denken. In de tijd van zijn huisartsopleiding heeft hij de gelegenheid gekregen en deze ook benut om zich in deze kwesties te kunnen verdiepen. Zo bleek een van zijn opleiders ook SCEN-arts te zijn. Met hem is hij ook uitgebreid in gesprek gegaan. Hij herinnert zich een vrouwelijke terminale patiënt met wie hij een persoonlijke relatie opgebouwd had. Mede daardoor kon ook over euthanasie op ontspannen wijze gesproken te kunnen worden als een waardig levenseinde. 9
10 Online Touch Home