33

op één lijn 51 1 e uitgave 2015 Opleider Suzanne Klarenbeek in gesprek met aios Job Gerver (Stijn de Vries observeert) de praktijk van een collega-opleider. De aios die hiervoor belangstelling heeft, kan waarnemen in een praktijk van een collega aios. De aios die gaat waarnemen vervangt dan in principe de opleider. Deze opleider laat de praktijk over aan de aios, zoals hij of zij dat ook zou doen wanneer een waarnemer zou zijn ingehuurd. Alle verplichte afspraken en overdracht worden nu ook gemaakt. Er wordt niet extra rekening gehouden met het feit dat het hier een aios betreft. Er wordt gehandeld, alsof het een waarnemer is. Alleen de afspraak over ‘financiële vergoeding’ ontbreekt. Meestal vindt er van te voren een kennismaking plaats. Omdat het een aios betreft die nog niet bevoegd is het vak zelfstandig uit te oefenen, is de betreffende opleider wel beschikbaar om te worden geconsulteerd in bijzondere situaties. De opleider bij wie wordt waargenomen, fungeert dus wel degelijk als opleider voor deze aios, maar vanuit het principe van fade-away. Deze afstand zorgt ervoor, dat de aios voldoende zelfstandig kan werken. Komende zomer gaat dit idee uitgeprobeerd worden. Ik vind het een leuk idee, dat de aios nog tijdens de opleiding kan proeven hoe het is om als waarnemer te werken. Voor details van dit plan zijn Jos Sleijpen (jos.sleijpen@maastrichtuniversity.nl) en Mark Brueren (mark.brueren@maastrichtuniversity.nl) beschikbaar. Onderzoek van de knie U kunt hier ook lezen: onderzoek van de mond, de keel en de hals, of onderzoek van het hart. Een groepje opleiders en docenten heeft gekeken naar de plek van vaardigheden in het praktijkonderwijs. Ze kwamen tot de conclusie, dat er relatief weinig aandacht voor is. Ze onderscheiden daarbij een aantal basisvaardigheden van overige vaardigheden. De basisvaardigheden betreffen uitsluitend het lichamelijk onderzoek, zoals die in het begin van deze alinea worden genoemd. Ze vallen allen binnen het niveau van de basisopleiding. Bij de start van de huisartsopleiding blijkt het beheersingsniveau van deze basisvaardigheden te variëren. Leiden heeft een lijst van deze vaardigheden opgesteld, die we in Maastricht gaan gebruiken bij de aios die in maart starten. De lijst zit in het elektronisch portfolio van de aios. De opleider wordt gevraagd om deze vaardigheden te observeren en te beoordelen. Een praktische aanpak hierbij zou kunnen zijn, dat de aios iemand vraagt om proefpersoon te zijn, zodat zij/hij in een relatief korte tijd aan de opleider kan laten zien hoe het lichamelijk onderzoek uitgevoerd wordt. De andere vaardigheden hebben betrekking op uitgebreidere delen van het lichamelijk onderzoek en op therapeutische vaardigheden zoals het geven van schouderinjecties, het verwijderen van een corpus alienum uit het oog of het plaatsen van een spiraal. De aios bekijkt samen met de opleiders welke vaardigheden waar en wanneer te leren zijn. Meer lezen? Inhoudelijk: ‘Praktische Vaardigheden’, van T.O.H. De Jongh (et al), ISBN 9789031388974 Didactisch: ‘Huisarts en opleiden’, hoofdstuk over Vaardigheden, van R. van Hemert (et al), ISBN 9789085621362 (nieuwste editie) Tot de volgende keer, opmerkingen en vragen zijn welkom: Stijn de Vries, opleiderscoördinator Stijn.devries@maastrichtuniversity.nl Telefoon: 043-3882993 33

34 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication