11

3e uitgave 2015 Als het gaat om ‘wiens vertrouwen?’ en ‘verantwoording aan wie?’ gebruiken we een structuur van vier P’s: 1. De professie 2. De patiënt (en naasten) 3. Het publiek 4. Je eigen persoon (cognitief en emotioneel) Als arts moet je handelen naar de normen van je beroepsgroep. Je bereikt niets zonder het vertrouwen van patiënten en naasten. Maar het uitoefenen van de artsenrol is ook afhankelijk van het draagvlak bij allerlei publieke ‘derden’: organisatie, sector, verzekeraars, publieke opinie(s), overheidsregulering en –financiering. Wil je het volhouden, dan moet je er als persoon achter staan. De drie V’s zijn nooit vanzelfsprekend en tussen de vier P’s bestaat vaak spanning. Binnen dit geheel zullen ethische en juridische aspecten, mede door ons bronnenaanbod, vanzelf hun weg vinden. Binnen het coschap ’Sociale Geneeskunde en Huisartsgeneeskunde’ bieden we drie hoofdthema’s aan: • Privacy, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim • Grenzen aan preventie? • Verantwoordelijkheidsverdeling in en rond de eerstelijnsgeneeskunde Bij het laatste thema is hét referentiedocument het NHGStandpunt Kernwaarden Huisartsgeneeskunde uit 2011. We nodigen studenten uit om te reflecteren op de vraag hoe relevant en realistisch deze waarden zijn voor de door hen waargenomen huisartspraktijk. Marlous Vermeulen is zo’n coschapstudent die de opdracht GRGE in het coschap Huisartsgeneeskunde en sociale geneeskunde uitvoerde. Hieronder haar verslag. Column Een arts met regie?! DOOR MARLOUS VERMEULEN, COSCHAPSTUDENT Tijdens mijn coschap in de huisartsenpraktijk is mij opgevallen dat de ouderenzorg vaak voor leuke discussies in de koffiekamer zorgt. “Je weet wel, meneer Janssen,*1vader van P. Janssen, met dat CVA in de voorgeschiedenis waardoor halfzijdig verlamd, diabetes en een darmtumor? Ja, hij kwam vandaag weer langs, had ditmaal last van vergeetachtigheid. Gek hè, als je 87 jaar bent!? Wilde hij ook nog een scan!” Het vervolg van dit gesprek gaat meestal hetzelfde, niemand durft het beste advies te geven qua in te zetten diagnostiek of behandeling. Elke optie is discutabel en de discussie eindigt vrijwel altijd zonder conclusie, omdat de pauze dan weer voorbij is. Wat wel duidelijk wordt in deze discussies is dat de huisarts hier de touwtjes in handen heeft om meneer Janssen wel of niet door te sturen voor aanvullend onderzoek. Om te voorkomen dat meneer Janssen bij de ene praktijk anders behandeld wordt, dan bij de andere praktijk, zijn er richtlijnen opgesteld. Deze richtlijnen zouden de huisartsen handvatten moeten geven ten aanzien van de behandeling, maar tegenwoordig worden ze eerder als richtlijn gebruikt om aan te geven of de huisarts wel of niet goed gehandeld * Fictieve patiënt heeft. Vroeger was de mening van de (huis)arts heilig voor de patiënt, maar in de loop der jaren is de mening van de patiënt steeds belangrijker geworden. Patiënten denken mee of denken het beter te weten. “Mijn buurman is ook 85 jaar en daarbij werd nog wel een MRI-scan gedaan.” Als deze situatie zich voordoet, zal de patiënt om shared decision making vragen. Een hip begrip in de laatste ontwikkelingen omtrent de regie van de huisarts. Patiënten praten mee over de behandeling. Hierdoor zijn ze ook minder snel tevreden als de dokter een beslissing maakt. Doet hij het niet goed, dan loopt de arts het risico dat hij voor het tuchtcollege moet komen. Als dan blijkt dat hij afgeweken is van de richtlijnen, moet hij daar een hele sterke onderbouwing voor hebben om er mee weg te komen. Maar tijdens deze koffiekamerdiscussies – die zich ook al hebben voortgezet in de media – gaat het juist om het feit dat artsen ten aanzien van de ouderenzorg steeds vaker van de richtlijnen moeten of mogen afwijken. Artsen zouden niet meer eindeloos diagnostiek en behandelingen hoeven inzetten binnen de ouderenzorg, maar de consequenties voor de toekomst in overweging nemen. ‘Iedereen’ lijkt dit te beamen, maar ik zie er nog maar weinig van terug op de werkvloer. Hoe kan dat toch? Artsen krijgen de optie om 11 op één lijn 53

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication