24

op één lijn 53 3e uitgave 2015 Column Tijd voor herstel DOOR T.E. GRIJS Mijn herinneringen komen in flarden. Sommige momenten zijn nog haarscherp. Ik loop aan de hand van moeder door de grote deur van de kerk. De klokken luiden oorverdovend. Op het pleintje staat de zwarte auto. Hij tekent scherp af tegen het dunne laagje sneeuw op de stenen. Weinig kan ik terughalen van de lange tijd van zijn ziektezijn. Ruim negen maanden van langzame aftakeling, een ongelijke strijd waarin hij zich aanvankelijk dapper weerde, maar zich vlak voor Kerst en kort na mijn veertiende verjaardag gewonnen moest geven. In gefragmenteerde beelden zie ik de uitgemergelde man in het bed in de woonkamer liggen. Was hij wanhopig, had hij pijn, had hij de komende dood aanvaard? Wilde hij niet tot de allerlaatste snik lijden? Ik weet het niet en mijn oudere broers en zussen willen of kunnen er niet over praten. Iets voel ik nog heel sterk, de angst om mijn vader te verliezen. Ook al was hij nog zo ziek, ik wou hem onder geen beding kwijtraken. Ruim vijfendertig jaar later nam ik de zorg op me van een patiënt met slokdarmkanker. Hij was enkele jaren ouder dan ik, voor in de vijftig en eigenaar van een groot bedrijf. Ik kende hem al van vroeger uit het voetbal. Voor niks en niemand bang en recht door zee. Al heel snel na het bekend worden van de diagnose en het feit dat er geen curatie mogelijk was, besprak hij met mij zijn euthanasiewens. Hij wilde de beker niet tot op de bodem leegdrinken. Hij zag op tegen het aftakelingsproces tot een omhulsel dat weinig meer te maken had met zijn krachtige persoonlijkheid. Lange gesprekken volgden met hem en zijn vrouw, gesprekken waarin hun beide zoons van 15 en 12 jaar soms werden betrokken. Een goede dood verdiende hij en daar zou ik bij helpen. Op de avond van de euthanasie vergezelde mijn collega mij. Ik injecteerde de vloeistof en op het moment dat het leven de zieke verliet, keek ik op naar de twee jongens aan de overkant van de tafel, recht in de ogen van de jongste. Hij keek me met grote angstige ogen aan en heel even voelde ik het verwijt. Een flits door mijn hoofd: “Ik heb hem zijn vader afgenomen”. 24 Ik weet ook wel dat ik niet het leven heb weggenomen, maar de ziekte, zo suste ik mezelf. In de weken daaropvolgend was ik behoorlijk uit mijn doen. En juist in die periode zag ik op het spreekuur een oud klasgenoot van me met al enkele maanden bestaande pijn in de bovenbuik. Zijn maag speelde op en dat was ook volgens mij wel begrijpelijk. Een wat zonderlinge man, alleenstaand, niet gebonden aan familie en zeker niet aan conventies, tot diep in de nacht werkend in zijn bedrijf, kettingrokend en grote hoeveelheden koffie gebruikend. Heel wat avonden hebben we samen in het bedrijf doorgebracht, zijn werk en mijn hobby pasten heel goed bij elkaar. Ik wilde de verklaring van de klacht maar al te graag geloven en met aanpassing van zijn leefstijl en met een zuurremmer zou het wel gaan lukken. Maar het lukte me niet om me zelf iets wijs te maken, zeker niet toen mijn vrouw zei dat ze mijn makker er allerbelabberdst vond uitzien. Na verder onderzoek in het ziekenhuis kwam de verwachte onheilspellende boodschap, hij had een grote maagzweer, macroscopisch vrijwel zeker maligne, biopten waren naar de patholoog anatoom gestuurd. Hier werd de sterke verdenking op een maligniteit al snel bevestigd. Hij vroeg me te komen, niet naar zijn woning, maar naar zijn bedrijf. Tot heel laat hebben we bij elkaar gezeten. Hij vertelde me dat hij afzag van ieder verder onderzoek en verdere behandeling. Hij wilde thuis blijven en vroeg wat daar allemaal voor geregeld moest worden en of hij voor de medische zorg op mij mocht rekenen. Hij begon over euthanasie en hij moet de aarzeling in mijn ogen hebben gezien, want hij gaf meteen aan dat dit voorlopig nog niet aan de orde was. Hij wist van de recente euthanasie, hij kende immers het gezin heel goed en had er met hen over gesproken. In de daaropvolgende weken kwam het thema euthanasie herhaalde malen ter sprake, maar telkens gaf hij aan er nog niet aan toe te zijn. Vier weken na het stellen van de diagnose kreeg hij in het weekend, waarin ik met mijn vrouw in het buitenland verbleef, een maagbloeding en werd hij opgenomen in het ziekenhuis.

25 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication