28

op één lijn 54 1 e uitgave 2016 Rubriek voor huisartsopleiders De laatste lijn van Stijn DOOR STIJN DE VRIES, OPLEIDERSCOÖRDINATOR Opleidersenquête Vorig jaar heeft meer dan de helft van de huisartsopleiders in Nederland (54% van de 2099 opleiders) meegedaan met de opleidersenquête. Hierin werden vragen gesteld over allerlei aspecten van het opleiden. De laatste opleidersenquête dateert uit 2007. De frequentie is lager dan de aios enquête. De twee hoofdvragen waren hoe vaardig opleiders zich voelen met betrekking tot de zes thema’s van het Landelijk Plan Scholing en Toetsing huisartsopleiders. De thema’s zijn: 1. Eigen expertise overdragen 2. Een leeromgeving van de praktijk maken 3. Inhoudelijk begeleiden 4. Toetsen en beoordelen van de aios 5. Begeleiden van het leerproces van de aios 6. Persoonsgericht begeleiden Het scholingsplan is te vinden op www.huisartsopleidingnederland.nl. Daarnaast werd per thema gevraagd in welke mate men zich ondersteund voelde door het eigen instituut. De resultaten zijn uitgesplitst per instituut waardoor je meteen kunt zien hoe Maastricht scoort ten opzichte van de andere opleidingen. “Wij” doen het over het algemeen goed, net als andere instituten. De verschillen tussen de instituten zijn niet groot 28 voor de meeste items. Ik noem enkele punten die mij zijn opgevallen: Maastrichtse opleiders voelen zich goed ondersteund bij het helpen van de aios om zich als persoon in de beroepssituatie te ontwikkelen en bij het omgaan met aios met afwijkende standpunten, stijl en manier van werken. Bij “zich vaardig voelen in het toetsen en beoordelen van de aios” scoren we laag in vergelijking met elders. Hoe dat komt, zijn we nog niet achter, het was een verrassende uitkomst voor ons. In vergelijking met andere instituten is er bij ons vaker (slechts) één opleider per praktijk met hulp van collegae die geen erkend opleiders zijn (“maatjes”). Het doet me goed om te zien dat de opleiders uit Maastricht het hoogst scoren bij “voldoende contact en uitwisseling met de opleiderscoördinator” evenals bij het belang van de terugkomdagen voor opleiders. De waardering voor onze voortgangsgesprekken is hoog. We scoren laag bij het “bijwonen van een patiëntencontact van de aios gevolgd door een nabespreking”. Dit bleek eerder al uit de aios-enquête en daar wordt momenteel aan gewerkt (verbeterplan HAO-team). We menen zelfs dat het al aan het verbeteren is. Opleiders uit Maastricht vinden dat dat er bij de koppeling voldoende rekening wordt gehouden met hun voorkeuren. Ze vinden ook dat de rol van de regionale opleidersvereniging binnen het instituut voldoende is, in tegenstelling tot andere instituten. Tot slot, het responspercentage was het hoogst voor Maastricht. Voor degene die de tabellen zelf wil bekijken: www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/ huisartsopleiding_peiling_2015.pdf Wij gebruiken de gegevens om sturing te geven aan ons beleid met betrekking tot scholing. Parttime werkende aios en opleiders Rond 30% van onze aios doet de opleiding parttime. Bij de meest voorkomend variant is de aios drie dagen per week in de praktijk in plaats van vier. De opleidingstijd wordt op een later moment, vaak in het derde jaar ingehaald. Opleiders werken ook regelmatig parttime en bij die combinatie kan het voorkomen dat beiden elkaar maar twee dagen per week zien. Dat is te weinig voor het leren van een vak waarbij continuïteit van zorg een van de hoofdkenmerken is.

29 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication