21

Complexe ouderenzorg nader onderzocht Moeilijk om de juiste zorg te vinden DOOR JANINE COLLET, SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE EN PROMOVENDUS Wat een mooi nieuws, dat de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde ook in Maastricht van start gaat! Ik denk dat huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde elkaar nodig hebben om kwetsbare ouderen en chronisch zieken met complexe somatische en psychosociale problematiek te kunnen behandelen. De specialist ouderengeneeskunde kan patiënten in de hele zorgketen ‘bedienen’: zowel in de extramurale zorg, als medebehandelaar in nauwe samenwerking met huisarts, POH, wijkverpleegkundige of casemanager, als in de intramurale zorg als hoofdbehandelaar in een multidisciplinaire setting. Hij/zij is actief bij herstelzorg (revalidatie) na acute situaties, al dan niet na een ziekenhuisopname. Daarnaast liggen er taken voor specifieke zorg bij chronische patiëntgroepen, zoals de palliatieve zorg, de beademingszorg, de zorg voor patiënten met niet aangeboren hersenletsel (NAH) en Korsakov patiënten. Specialisten ouderengeneeskunde werken vanuit hun eigen praktijk, vanuit groepspraktijken, of in dienst van een verpleeghuisorganisatie, een ziekenhuis of een psychiatrische instelling. Vanwege mijn ‘liefde’ voor patiënten met multimorbiditeit met zowel lichamelijke als psychiatrische aandoeningen, werk ik al 16 jaar in de ouderenpsychiatrie..Als specialist ouderengeneeskunde met specifieke kennis van psychogeriatrische en gerontopsychiatrische patiënten met ernstige gedragsproblematiek, word ik vanuit de GGz regelmatig door huisartsen voor een consult gevraagd. In de praktijk zie ik dat de zorg hapert of stagneert, wanneer er sprake is van ernstige gedragsproblemen of wanneer een psychiatrische patiënt in de thuissituatie extra lichamelijke klachten krijgt. Er ontstaat vaak discussie over waar en van wie de patiënt het beste zorg kan krijgen. Voor een patiënt met een borderline persoonlijkheidsstoornis én ALS, of voor de NAH-patiënt met ernstige gedragsproblemen is het vaak moeilijk de juiste zorg te vinden of te organiseren. Ook de oudere psychiatrische patiënt met een bipolaire stoornis én een dementie past niet in het standaard zorgindicatieplaatje. Als de mantelzorg, de thuiszorg en de dagbesteding aan het eind van hun Latijn zijn, blijkt het organiseren van een opnameplek soms een helse klus. Het verpleeghuis geeft aan de gedragsproblematiek niet aan te kunnen en de GGz kan de somatische zorg niet bieden. Het lijkt dus van belang om de samenwerking tussen GGzinstellingen of andere psychische hulpverleners en V&Vinstellingen beter vorm te geven en te verankeren. Er is behoefte aan een intramurale zorgmogelijkheid, waar GGz én verpleeghuiszorg geleverd worden voor deze specifieke groep patiënten met een dubbele zorgvraag (DZV-patiënten). Wetenschappelijk onderzoek over deze specifieke doelgroep is uitermate schaars. We kunnen ‘practice based’ aanbevelingen doen, maar het wetenschappelijk bewijs ontbreekt. Daarom onderzoek ik binnen het project Specific Care on the Interface of Mental health and Nursing home (SpeCIMeN) zowel binnen de GGz als binnen het verpleeghuis de exacte kenmerken en zorgbehoeften van deze DZV-patiënten én de kenmerken van hun professionele verzorgers. Deze kennis is noodzakelijk om een adequaat (keten)zorgaanbod voor DZVpatiënten te ontwikkelen. In 2019 hoop ik op dit onderzoek te promoveren. Uit de voorlopige resultaten blijkt, dat DZV-patiënten vragen om innovatieve zorgvormen, met gedeelde verantwoordelijkheid en goede afstemming over wie wat doet en meer adequate c.q. passende financieringssystemen. "Huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde hebben elkaar nodig" 21 Themadeel opleiding ouderengeneeskunde | op één lijn 62

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication