Column Zorgen doe je samen DOOR K.O.E.K. WOUS Terwijl ik het hospice uitloop vraag ik me af: hoe krijgt ze het toch weer voor elkaar? Op de een of andere manier is weer de mix van emoties ontstaan die ik bijna altijd heb ervaren in het contact met haar. Een mix van machteloze compassie en frustratie. En het erge is: dit doet ze niet alleen met mij. Haar overige hulpverleners, al dan niet beroepshalve, hebben mij ook al gebeld, omdat ze bij hen dezelfde emoties teweegbrengt. Je wil haar zo graag helpen, maar merkt, dat alles wat je probeert, niks oplevert. En des te harder je werkt, des te minder je bereikt. Zij is de ideale patiënt om mensen van hun hulpverlenerssyndroom af te helpen. Maar nu gaat ze naar alle waarschijnlijkheid binnenkort dood. Hoewel ze ook nu weer haar behandelende medici tart, door al veel langer te leven dan verwacht, ondanks een abstinerend beleid. En ook nu weer doet ze met haar medicatie wat zij wil, met alle verpleegadviezen wat zij wil, doet ze met alle voedingsadviezen wat zij wil. En ze blijft tegelijkertijd om hulp vragen. Maar ik zie helaas dat het ook helemaal niet goed met haar gaat! Ik zie haar lijden! En dat doet mij telkens wanneer ik haar bezoek pijn. Ik zucht maar eens heel diep. Mijn maat, die met me mee is geweest op bezoek, kijkt me aan en knikt. Voordat we in de auto stappen gaan we even op een bankje zitten en bespreken wat we het afgelopen uur weer gezien en gehoord hebben en wat het met ons doet. Ik heb een hele fijne maat, realiseer ik me maar weer eens. Maar zeg ik dat ook wel vaak genoeg tegen haar? De vraag stellen is hem beantwoorden, vrees ik. Dat het belangrijk is om een fijne collega in je buurt te hebben, is me de afgelopen weken helaas weer te vaak duidelijk geworden. In korte tijd was het vanochtend alweer de derde patiënt die kwam vertellen, dat ze zich op haar werk ziek gemeld had, omdat ze de werkdruk en –sfeer niet meer aan kon. De leidinggevende die ten koste van het personeel carrière wil maken is de wel vaker gehoorde katalysator van ellende. Waarbij ook het personeel elkaar niet steunt, of zelfs hakken zet om in het gevlei van hun leidinggevende te komen. Dan wordt het op de werkvloer een heel eenzame strijd om te overleven. Gedoemd om slachtoffers te maken. Helaas begin ik deze negatieve geluiden over het werk ook te horen van collega’s werkzaam in het beste streekziekenhuis in de buurt. Ook daar hebben managers de ‘macht’ gegrepen en zij bepalen steeds meer wat de dokter moet doen en laten en wanneer. Bij ons huisartsen proberen de zorgverzekeraars, soms via DBC afspraken met de zorggroep, steeds meer zeggenschap te krijgen over ons medisch handelen en zijn de herregistratie eisen strenger geworden. Naast de toename van taken in de afgelopen jaren, bepaalt dat vooral de toegenomen werkdruk. Niet alleen voor ons, maar ook voor onze medewerkers. Praktijkhouders hebben de keus wat ze wel en wat niet willen aanbieden aan hun patiënten in de praktijk. Zoals mijn maat zegt: “Huisartsen kunnen alles, maar willen we dat ook?” Onze medewerkers moeten hierin met ons mee. Gelukkig kunnen we de werksfeer in onze praktijk samen met onze medewerkers en collega’s zelf bepalen. Ik heb het geluk gehad van begin af aan met een hele fijne collega een duo praktijk te hebben. Waarmee ik aan het eind van de dag de moeilijke, maar ook mooie momenten die zijn gebeurd kan bespreken. En dat doen wij niet alleen met elkaar, maar ook met onze medewerkers. Bovendien zijn we het ook roerend met elkaar eens dat we regelmatig iets leuks moeten doen met zijn allen. Niet alleen ons jaarlijkse praktijkuitje, maar ook af en toe een hapje eten samen, of borrelen. Zij is ook een collega die met me aan het eind van de dag samen naar een patiënt gaat kijken die in een hospice is opgenomen en me keer op keer emotioneel weet te raken. Zoals ik dat ook voor haar zou doen. Voordat ik in mijn auto stap bedank ik haar dat ze met me mee is gegaan. 25 Themadeel opleiding ouderengeneeskunde | op één lijn 62
26 Online Touch Home