4

op één lijn 65 3e uitgave 2019 Van de voorzitter We hebben elkaar nodig DOOR JEAN MURIS, VOORZITTER VAKGROEP HUISARTSGENEESKUNDE UM De acute zorg voor kwetsbare ouderen ontaardt regelmatig in paniekvoetbal. Ouderen belanden dan vaak onnodig op de spoedeisende hulp van het ziekenhuis. Als huisarts wil je dit voorkomen, door proactief te zijn. Want door de vergrijzing en alle veranderingen in de zorg wonen steeds meer ouderen steeds langer thuis. Dit heeft consequenties, zowel voor de huisarts als voor de specialist ouderengeneeskunde (SO). Die SO werkt gelukkig ook steeds vaker buiten de instellingen en komt dan bij de ouderen thuis. De werkvelden van SO en huisarts beginnen daardoor steeds meer te overlappen. In onze regio werken enkele SO’s al 1 dag per week in een huisartspraktijk aan het voorkómen van paniekvoetbal. Consulten bij de SO gaan met name over cognitieve problemen. Andere vragen betreffen ook zorgdiagnostiek (welke hulp is er nodig), gedragsproblemen en valproblemen. Ook adviezen, met name niet-medicamenteus, bij verwardheid en delier hebben meerwaarde voor de huisartspraktijk. We hebben SO’s nodig die op de grillige werkvloer van de huisartspraktijk geconsulteerd kunnen worden, kunnen adviseren en zo nodig tijdelijk het beleid en de coördinatie van de zorg voor de oudere patiënt met complexe problematiek kunnen overnemen. Aios ouderengeneeskunde en die van huisartsgeneeskunde zouden samen kunnen optrekken in de praktijk om van elkaar te leren bij het verlenen van deze zorg. Een goede leerschool is, dat we in het basiscurriculum geneeskunde de studenten voorbereiden op de eerstelijnszorg door hen in één coschap gelijktijdig te laten kennismaken met de beroepen van huisarts, arts maatschappij en gezondheid en specialist ouderengeneeskunde. Voorwaarde voor deze ontwikkelingen is om voldoende menskracht te mobiliseren. Het zal niet eenvoudig zijn om het benodigde aantal basisartsen te laten kiezen voor een generalistische medische vervolgopleiding. 4 De keuze voor een vervolgcarrière wordt meestal gemaakt in de paar jaar na het basisartsdiploma. Dat betekent voor ons als vakgroep Huisartsgeneeskunde, dat we ons meer op die periode gaan richten. In een recent nummer van ‘Op één Lijn’ is al de ‘Anios in de huisartspraktijk’ voorgesteld. En vanuit de Huisartsopleiding worden sinds een paar jaar succesvolle wervingsacties georganiseerd. De animo onder basisartsen voor een opleiding tot huisarts of SO neemt toe, en dat is hard nodig: door allerlei bewegingen, zoals de zogenaamde horizontale en verticale substitutie, komt er steeds meer werk richting huisarts en SO. Ook kiezen steeds meer jonge dokters ervoor om parttime te werken, waardoor er meer nodig zijn voor het aantal te realiseren fte’s. Om de eerste lijn te versterken heeft het Capaciteitsorgaan1 het voornemen om de Minister te adviseren het aantal opleidingsplaatsen voor huisartsen fors uit te breiden. Meer tijd voor de patiënt en betere opvang van de substitutiegolven kunnen hier het mooie resultaat van zijn. Daarom wil de vakgroep Huisartsgeneeskunde vasthouden aan een maximale instroom van aios huisartsgeneeskunde. Daarnaast willen we in 2020 starten met een eigen erkende opleiding tot SO in Maastricht waarbij we de eerste groep aios in september willen laten starten. We willen de aios van beide vakgebieden leren om in hun opleiding de rollen op zich te nemen zoals hierboven beschreven. 1 Capaciteitsorgaan.nl

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication