34

op één lijn 67 2e uitgave 2020 Terug naar het draaiboek Fase 3C De ordening van patiëntenvoorrang die in stap C van Fase 3 wordt gehanteerd is de volgende: a) Toepassen van (medische) exclusiecriteria zoals in het Draaiboek Pandemie geformuleerd voor fase 3 stap A en stap B. b) Voorrang voor patiënten die naar verwachting een relatief korte ic-opname nodig hebben. c) Voorrang voor mensen die werkzaam zijn in de zorg, die beroepsmatig veelvuldig en risicovol contact met verschillende patiënten gehad hebben én een landelijke of regionale schaarste van materiaal voor persoonlijke bescherming is vastgesteld. d) Voorrang voor patiënten uit een jongere generatie: 0-20 jaar; 20-40 jaar; 40-60 jaar; 60-80 jaar en 80+ jaar. e) Indien a) t/m d) geen uitsluitsel biedt: een procedure gebaseerd op toeval (loting of ‘first come, first serve’). Binnen bovenstaande uitgangspunten wordt geen expliciete morele theorie onderschreven, maar de adviesgroep baseert zich op een aantal uitgangspunten: • Ieder mens is gelijkwaardig; • Zoveel mogelijk levens willen redden; • Rechtvaardigheid: gelijken gelijk, en ongelijken ongelijk behandelen. Als het gaat om zorgbehoefte is iedereen die de IC nodig heeft, gelijk (namelijk in levensgevaar). Het draaiboek zou ertoe moeten leiden, dat er dus geen moreel onderscheid wordt gemaakt tussen de koning en een dakloze. Wanneer zij medisch gezien een gelijkwaardige kans hebben op herstel, een vergelijkbare ic-opname nodig hebben en in dezelfde leeftijdscategorie zitten, dan zou de dakloze op basis van loting dus eerder in aanmerking kunnen komen voor een ic-behandeling dan de koning. Voorrang geven aan patiënten met een relatief korte ic-duur is een utilistisch perspectief. We willen zoveel mogelijk levens redden, het maakt niet uit wélke levens. Hoe korter iemand op de IC ligt, hoe eerder er plek is voor een volgende patiënt. Iemand van 60 die kortdurend moet herstellen van een operatie heeft dan dus voorrang op iemand van 30 met corona, waarvan we weten dat dit een gemiddelde ic-opname van 2-3 weken kost. 34 34 34 Toch lijkt het utilistisch perspectief niet volledig doorgetrokken in dit draaiboek. Het zou tenslotte ‘utilistisch’ zijn om risicogroepen te beschermen, terwijl ondertussen de niet-risicogroepen zo veel mogelijk het normale leven kunnen leiden. Verpleeghuizen op slot, risicogroepen thuisblijven, en de rest kan de deur weer uit. Deze visie is echter niet wat het kabinet, maar ook een groot deel van de maatschappij voor ogen heeft. Er is expliciet aangegeven dat we ook de risicogroepen nog zo veel mogelijk ‘kwaliteit van leven’ willen geven, en daarbij hoort absoluut het ontvangen van bezoek. Voorrang geven voor mensen die werkzaam zijn in de zorg, met risicovolle contacten én een schaarste aan persoonlijk beschermingsmateriaal hebben ervaren, lijkt ook vanuit het utilisme gebaseerd. Niet omdat deze zorgmedewerkers zo snel mogelijk terug moeten naar de werkvloer, we weten inmiddels dat de revalidatie zwaar en langdurig is. Deze ordening lijkt met name te moeten voorkomen, dat bij een eventuele tweede golf grote groepen zorgmedewerkers het werk neerleggen uit angst bij besmetting niet op een IC terecht te komen. De vraag is hoe goed dit gehandhaafd kan worden: is er voldoende inzicht op regionale schaarste van persoonlijke beschermingsmiddelen? En hoe zit het met de andere vitale beroepen? Tenslotte wordt er, tot onvrede van velen, toch een leeftijdscriterium gehanteerd. De adviesgroep beroept zich hiermee op ‘intergenerationele solidariteit’ en het ‘fair innings principe’.15 Men wil daarmee niet zeggen dat het leven van een 80-jarige minder waard is dan dat van een 20-jarige, maar gaat ervan uit dat elke 80-jarige het iedere 20-jarige gunt om ook in potentie 80 jaar te kunnen worden. Op die manier krijgt iedereen de gelijkwaardige kans om het tot een volgende generatie te schoppen. Maar hoeveel solidariteit is er nog over in Nederland? Onze maatschappij is hier dan wel op gebaseerd, met nivellerende belastingen en zorgpremie, het fenomeen ‘intergenerationele solidariteit’ is iets wat niet eerder zo benadrukt werd. In tegenstelling tot andere landen, staan Nederlanders er ook niet om bekend, dat ze hun bejaarde 15 Zee, van der, et al., Rechtvaardige Selectie Bij Een Pandemie, Centrum voor Ethiek en Gezondheid, 2012.

35 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication