24

op één lijn 69 2e uitgave 2021 In de leer ‘Je mag toch ergens aan doodgaan?! DOOR CHARLOTTE COOPMANS, TWEEDEJAARS AIOS OUDERENGENEESKUNDE MAASTRICHT Ik zie momenteel in het ziekenhuis veel kwetsbare ouderen en hun dokters vechten tegen ziekten en de dood. Gaan zij dit gevecht bewust aan? Of overkomt hen dit? Is het gevecht de keuze van de oudere zelf, van de familie of van de dokter en welke wapens worden er ingezet? Als deze ouderen van tevoren stil hadden gestaan bij de keuze, waren ze dan nog naar het ziekenhuis gegaan of toch liever thuis of in het verpleeghuis gebleven? Deze gedachtestroom kwam bij mij op toen een familielid van een zeer kwetsbare oude dame, waarbij door artsen werd voorgesteld de behandeling te staken, verontwaardigd riep: “Maar we kunnen haar toch niet laten doodgaan aan een infectie?” Hè denk ik bij mijzelf, je moet, nee liever gezegd, mag toch nog wel ergens aan doodgaan? En wat had deze dame zelf eigenlijk gewild? De dood moet geen kwaad geacht worden, als hij het einde is van een goed leven. – Augustinus (Romeins filosoof, theoloog en Kerkvader 354-430) Als specialist ouderengeneeskunde in opleiding word ik getraind in het uitvoeren van Advance Care Planning (ACP). Proactieve gesprekken, waarbij samen met patiënten en naasten wordt stilgestaan bij bovenstaande vragen met als doel passende zorg en behandeling te kunnen bieden in het nu en richting geven aan toekomstige scenario’s. We gaan het gesprek aan om doelen helder te krijgen, keuzes te bespreken, opties af te wegen, om uiteindelijk samen te besluiten wat past bij de wensen, de normen en waarden en de opvattingen over (levensverlengende) behandelingen van de patiënt. Wat wil iemand wel en vooral: wat wil iemand niet meer. En dit blijven we samen evalueren. Wat ik hieraan zo mooi vind, is dat iemand de gelegenheid krijgt om keuzes te maken die het beste passen bij het leven dat diegene wil leiden om zoveel mogelijk lijden te voorkómen. Lijden is persoonlijk en voor iedereen anders, maar brengt vaak stress, onzekerheid en angst met zich mee. Lijden betekent regie over eigen leven behouden en brengt rust tijdens de laatste fase van het leven. Voor de patiënt zelf, voor de naasten, maar ook voor de zorgverleners. Medisch gezien kan er heel veel en steeds meer, maar niet alles wat kan hoeft. Dat laatste is voor dokters vaak moeilijk. Ze hebben de neiging om een patiënt te blijven behandelen, ook als een patiënt niet beter wordt, of als er maar een hele kleine kans bestaat. Een kwestie van hoop. En hoop doet leven nietwaar? Vaak denken patiënten dat de arts 24 24 24 hen nog beter kan maken, waarom zou hij anders nog een behandeling voorstellen? Patiënten en naasten blijven hopen en dokters willen hen die hoop niet ontnemen. Daarmee ontstaat een risico dat patiënten in de laatste levensfase meer behandelingen krijgen dan ze eigenlijk gewild hadden, lang in het ziekenhuis verblijven en soms niet meer naar huis kunnen. Hierdoor wordt het laatste stuk van het leven mogelijk zwaarder dan zonder behandeling. Afbeelding: Banksy Verlies van hoop of verlangen ernaar binnen handbereik Niet beter kunnen maken betekent niet niets meer kunnen. Sterker nog, je kunt heel veel doen om de kwaliteit van leven zo goed mogelijk te houden. Waaronder dus het voorkómen van misverstanden over de gewenste zorgverlening in de laatste fase van het leven. De oplossing: praat op tijd met elkaar. Niet omdat de dingen moeilijk zijn, durven wij niet, maar omdat wij niet durven, zijn de dingen moeilijk – Seneca (Romeins filosoof, staatsman en toneelschrijver 5 v.C.-65 n.C.) Maar praten over de laatste levensfase is niet makkelijk. Zowel patiënten als dokters vinden het vaak een moeilijk onderwerp, het kost tijd en beiden vertonen ontwijkend gedrag. Vaak komen verdriet, angst en zorgen naar voren en daar hebben we het liever niet over. Door niet te praten,

25 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication