73

Een nieuwe regering moet het principe omarmen dat je je met de digitale wereld moet inlaten en bemoeien door eisen durven te stellen Staf Depla (1960) rondde in 1986 zijn studie planologie aan de Wageningen Universiteit af, werkte voor het toenmalige ministerie van VROM en trad in 2000 voor tien jaar aan als kamerlid (PvdA). Van 2010 tot 2018 was hij wethouder in Eindhoven en maakte hij zich in die functie sterk voor verglazing van de stad en de regio (collectieve breedbandring) en de ontwikkeling van het concept Smart City. “Verbetering van de kwaliteit van leven met behulp van hightech klinkt nu heel normaal, maar was toen echt iets nieuws. Een van de mooiste voorbeelden was de aanpassing van de straatverlichting in dé stapstraat van Eindhoven, het Stratumseind, bij het dichtgaan van de kroegen waardoor er minder gevochten werd.” Momenteel vervult Depla voor de helft van de tijd diverse bestuursfuncties, onder meer bij de Mijnraad, en wijdt hij de andere helft van zijn arbeidzame leven aan adviesklussen op het gebied van publiek-private samenwerking en ICT. Depla had ook de hand in de spelregels die de gemeenten Amsterdam en Eindhoven hebben afgesproken voor de omgang met data die in de publieke ruimte worden verzameld. Die spelregels inspireerden de Vereniging Nederlandse Gemeenten tot het manifest Principes voor de digitale samenleving. In 2050 moeten alle woningen energieneutraal zijn. Gaat dat lukken? “Alleen als de overheid inzet op digitalisering van de bouwsector. Als je bedenkt dat we zo’n 200.000 woningen per jaar moeten vergroenen – wat betekent dat we iedere werkdag 1000 vergroende woningen moeten opleveren – dan kun je op je vingers natellen dat dat nooit gaat lukken als je dat huis voor huis gaat regelen. De nodige efficiency moet en kan worden gerealiseerd door de bouwlogistiek sterk datagestuurd te maken.” En wat is er buiten de bouwsector te halen? “Een ander mooi voorbeeld is de stroomvoorziening. De tijd dat je als consument afhankelijk was van één elektriciteitsmaatschappij met kabels die steeds dunner werden naar de huizen toe, is vervlogen. Het aantal bronnen neemt spectaculair toe - denk aan al die zonnepaneeltjes - , het aanbod fluctueert steeds meer en de uitwisseling van stroom neemt een hoge vlucht. De logistiek van elektriciteit is enorm gecompliceerd geworden. Die moet je simpelweg digitaliseren, anders crasht het netwerk. De overheid moet zich dus ook met de digitale wereld gaan bemoeien om de leveringszekerheid te garanderen.” Denkt u daarbij bijvoorbeeld aan levering van stroom door elektrische auto’s? “Zeker, zoals er zoveel andere nieuwe bronnen zijn. De opkomst van laadpalen voor elektrische auto’s maakt overigens duidelijk hoezeer bemoeienis van de overheid noodzakelijk is. Als het op laissez-faire, laissez-passer aankomt, of op wie het eerst komt, het eerst maalt, kun je er de donder op zeggen dat Vattenval, Eneco, et cetera er allemaal aparte netwerkjes op na gaan houden. De overheid moet als regisseur de boel samenpakken; dat is precies wat publiek-private samenwerking beoogt. Zo is het ook gegaan bij een ander belangrijk netwerk: dat van pinautomaten die overal voor iedereen toegankelijk zijn. Ik denk dat Nederland, als het gaat om oplaadpunten voor auto’s, een grote broek mag aantrekken. We moeten Europese middelen aanspreken om voorop te kunnen lopen en het voortouw te nemen. Dat is geen kwestie van het slimste jongetje van de klas, dat is doen waar je goed in bent en op die manier een Europese ontwikkeling in gang zetten en sturing geven.” Als het om vergroening draait, moeten we het ook over mobiliteit hebben. Wat is daar te halen? “Er is in deze sector nog geen dominant platform, en dat moet ook zo blijven. De overheid zou een platform, een Nummer 38, april 2021 i9

74 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication