45

Er is een kloof tussen maatschappelijke betrokkenheid en politieke participatie. Digitale technologieën kunnen deze kloof mogelijk dichten tief of mensen mobiliseren bij een referendum. Dit roept de vraag op of er nieuwe kanalen nodig zijn.” In het proefschrift dat hij momenteel schrijft over hoe democratieën het beste kunnen omgaan met verontwaardigde massa’s pleit Zuure dan ook voor vernieuwing van de representatieve democratie. Deze zou massa’s veel beter kunnen betrekken, zoals via burgerinitiatieven, burgerfora en referenda. Al noemt hij het laatste vooral als noodrem. Maar wat te doen met burgers en activisten die online de openbare orde verstoren? Of die fake nieuws en andere desinformatie verspreiden? Daar moet de overheid op anticiperen, vindt Zuure. “Dat doe je door boze burgers zo vroeg mogelijk op te sporen, en met hen in gesprek te gaan, nog voordat de onvrede onbeheersbaar wordt. Mensen moeten een plek krijgen om dingen aan te kaarten. Als er windmolens moeten komen, betrek hen dan in een vroeg stadium erbij, zodat ze kunnen meebeslissen in plaats van hen op het einde nog even inspraak te geven. Zorg ervoor dat je als overheid dus benaderbaar bent, ook online. Natuurlijk moet je wel duidelijk aangeven waar de rechtstatelijke grenzen zijn. Geweld en intimidatie gaan te ver.” Daar is het Daniëls het mee eens. “Het beste is het gesprek voeren met de boze menigte. Waar haal je je informatie vandaan? Hoe kun je onderbouwen dat dit de waarheid is? Natuurlijk is het je digitale democratische recht om je onvrede online te kunnen uiten. In gesprek gaan met elkaar is een van de fatsoensnormen van onze samenleving.” Minister van waarheid En wat is de rol van de platforms zelf? Moeten Twitter en Facebook zelf nepnieuws of opruiing aanpakken? Kan de overheid hen daartoe zetten? “Dat is een spannende discussie”, stelt Zuure. “Je wilt geen minister van waarheid hebben, die bepaalt wat ‘waar’ is. Maar niks doen vergroot weer de kans dat grote machtige partijen het nieuws bepalen, zoals grote bedrijven, buitenlandse mogendheden of trollenfabrieken. Ik denk dat de overheid wel een belangrijke regulerende functie heeft en social mediaplatforms op hun verantwoordelijkheid moet aanspreken. Ook kan je nadenken over alternatieve, eigen platforms rond speciale onderwerpen in beleid, zoals in Taiwan. En laten we vooral niet vergeten dat digitale verontwaardiging ook kansen biedt. Het laat zien dat mensen betrokken zijn, wat hun idealen zijn. Als je als openbaar bestuur daarachter komt kan je dat gebruiken om je beleid en democratie te versterken. Zo houden burgers het openbaar bestuur scherp op het algemeen belang en waken ze over vrijheid. En dat is toch de kern van democratie?” Nummer 42, april 2022 45

46 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication