20

Interprovinciale Digitale Agenda Digitalisering heeft een gezicht gekregen Dit is ‘het decennium van Op het gebied van digitalisering waren de provincies hekkensluiter, nu lopen ze voorop. Zo typeren Marcel van Bijnen (provinciesecretaris Zuid-Holland), Jolinda van der Endt (directeur BIJ12, zie kader) en Jan van Ginkel (concerndirecteur provincie Zuid-Holland) de ontwikkeling van de afgelopen vier jaar. Met een handjevol enthousiaste collega’s wakkerden Van Bijnen en Van Ginkel het vuurtje aan. De laatste: “Iedereen was met digitalisering bezig, maar niemand dacht dat je daar de provincies bij nodig had. Dat is substantieel veranderd.” Door Els Wiegant Hoe het begon… Marcel van Bijnen: “In de Kring van Provinciesecretarissen – ik zat toen in Brabant – werd geconstateerd dat de provincies achter liepen op digitalisering, het had te weinig prioriteit. Ik wilde het thema graag op me nemen, maar alleen met mensen die daar echt enthousiast voor waren. Want niet iedere provincie was veranderingsbereid; er was wel een andere mindset nodig.” Jan van Ginkel: “We zagen steeds meer maatschappelijke vraagstukken op ons afkomen waar je digitalisering hard voor nodig hebt. Denk aan de energietransitie. Wij zijn eraan gaan sleuren om de provincies mee te krijgen. De bestuurlijke kopgroep die een jaar of zo later in het leven werd geroepen, heeft er ook vol energie aan getrokken. Lekker creatief, buiten de gewone structuren om, zijn we een beweging gaan creëren. Dat is fantastisch gelukt.” Jolinda van der Endt: “Ik ben kort na de start aangehaakt om de producten die voor de digitalisering van de provincies worden ontwikkeld, te kunnen beheren. Wij hebben ervoor gezorgd dat we voorbereid waren om bijvoorbeeld datasets te ontwikkelen en te beheren. Ook ontwikkelen we methoden om data op een uniforme en gestandaardiseerde manier op 20 te halen bij de bron, zodat optelbare en betrouwbare gegevens kunnen worden doorgegeven aan de provincies. Voor de ontwikkeling van de informatievoorziening die hiervoor nodig is maken we gebruik van bestaande ICT-voorzieningen en licenties die we al in huis hebben. We hebben die slim, efficiënt en state-of-the-art aan elkaar gekoppeld, zodat we een stevige basisinfrastructuur hebben. Daardoor kan de Vaste Kamercommissie Digitale Zaken in de Tweede Kamer snel reageren als de provincies iets vragen.” Wat het opleverde… Van Bijnen: “Wat we ons hadden voorgenomen was: het been bijtrekken op de onderdelen waar de provincies in achterliepen én toewerken naar uniformering. Voorheen werkte iedere provincie voor zich; in de loop der tijd zagen we steeds beter waar je dingen slimmer samen kon doen. Daar is uniformering voor nodig. Bovendien wil je als collectief kunnen optreden richting Rijk, gemeenten, leveranciers, et cetera. Ook daarvoor zijn massa en uniformiteit onontbeerlijk. Digitalisering heeft pas nut als het in onze kernopgaven tot verbetering leidt. Neem de PAS-uitspraak van de rechter. Dankzij die uniformiteit konden we geodata koppelen en heel snel een monitor ontwikkelen. Zodat het Rijk meteen kon zien: hier zit het probleem, daar de uitstoters en daar de mogelijkheden om te schuiven.’ Van Ginkel: “Door onze samenwerking zijn het profiel en de positie van de provincies aan het veranderen. We zitten nu aan allerlei beleidstafels en zijn een interessante gesprekspartner geworden voor Rijk, VNG, Unie van Waterschappen, Europa, het bedrijfsleven en kennisinstellingen, zoals universiteiten. Dat is echt in de afgelopen vier jaar opgebouwd.” Van Bijnen: “Onze bestuurders worden ook steeds vaker geraadpleegd, door de Tweede Kamer of de staatssecretaris bijvoorbeeld. Rondom digitalisering in combinatie met de grote opgaven zoals woningbouw, energietransitie en het Nationaal Programma Landelijke Gebied doen zij inmiddels heel goed mee. Sterker nog: ze willen vooraan lopen. Ook in het bestuur en de begroting van het IPO is het nu geborgd; het was het kleinste onderdeel, inmiddels is het ’t grootste. Daar ben ik wel trots op.”

21 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication